Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1811
(1811)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 428]
| |
den 24sten van Herfstmaand, 1541,) wordt de volgende Anekdote verhaald, welke hem van de zijde zijner verachting van allen uitwendigen glans bijzonderlijk karakteriseert. Hij werd namelijk bij den Keizer in deszelfs ziekte geroepen. Toen hij nu naar denzelven wilde gaan, hadden de Hovelingen hem niet in zijne dagelijksche kleederen, wijl die wat slecht uitzagen, bij den Keizer willen toelaten, maar hem eenen kostbaren rok of Talar aangetrokken, en zoo bij den Keizer gebragt. De Keizer zeide in langen tijd niets, theophrastus ook niet. Eindelijk, toen de Keizer klaagde, dat hij niet wist, wat zij hem daar voor eenen Arts aangewezen hadden, die niets tot hem sprak, niets bij hem deed; had deze geantwoord: hij had gemeend, dat de rok het doen moeste. |
|