Genethliologische en Biolychnische Tafelen, om den juisten dag der bevalling van eene zwangere vrouw te bepalen, en den waarschijnlijken duur van 's menschen leven in ieder' ouderdom te berekenen. Te Amsterdam, bij P.G. en N. Geysbeek. In 12mo. 24 Bl.
Indien wij nog aan het vrijen dachten, maakten wij van dit boekje gewis een Cadeau aan onze Jonkvrouw Liefste. Het deed ons altijd leed, dat de kwaadsprekende wereld veel naauwkeuriger rekent dan zoo menig beminnelijk meisje. En wat zou de lieve twijfelende onnoozelheid doen? Zij stelt het raadvragen en biechten aan moeder, of eenige andere vrouw van ondervinding, van dag tot dag aluit; en als zij dan eindelijk niet langer twijfelen en zwijgen kan, schrikken ouders en vrijer, daar het zoo laat is, er geweldig van. Overigens is dit boekje ook voor werkelijk en in tijds gehuwden een aangenaam geschenk; van 1 Jan. tot 31 Dec. staat hier zeer naauwkeurig met dag en datum berekend, wanneer het vrouwtje moeder worden zal, indien zij op dien of dien dag ontvangen heeft, en op dien of dien dag leven voelt. Alleen het Schrikkeljaar heeft de steller vergeten; doch dit verschil is gering, en, als zij het voorafgaand kort berigt inziet, kan zij zich naauwelijks eene enkele week vergissen. Voor eene tweede kraam is dit werkje minder noodig; die in dit geval zijn, kunnen de rekening anders, en des noods, zoo als de boer, met een krijtje aan den balk in de bedsteê doen. - De Biolychnische tafelen zijn van minder belang, of het moest voor de Aanstaande zijn, die nieuwsgierig is, hoe lang de oude rijke vrijer nog leven kan. Zij bevatten eene kansrekening van den nog waarschijnlijken leeftijd, als men reeds zoo of zoo oud geworden is, van o jaren af tot 85 toe. B.v. wanneer het achttienjarig meisje eenen man van zestig jaren huwt, zoo is die jonge schoone waarschijnlijk nog elf jaren en eene maand, van haren waarschijnlijk nog vier-en-dertig-jarigen en acht-maandigen leeftijd, met hem opgescheept. Echter waarschuwen wij onze Lezeressen, dat deze rekening (al is zij dan ook van den beroemden buffon) niet zoo volkomen zeker als de straks genoemde is. Zoo dat wij het maar voor de helft eens zijn met het volgend dichtje, dat (misschien wel
van een' der Uitgevers zelven) in het exemplaar, hetwelk ter aanmelding voor ons ligt, verdwaald schijnt:
Men sla zijn oog op deze blaân,
En daadlijk kan men zich voorspellen,
Wanneer men naar de vroedvrouw gaan,
Of zijne doodkist moet bestellen.