met nut te onderwijzen, naar de behoefte van den tegenwoordigen tijd. De gansche voordragt is beknopt, eenvoudig, duidelijk, met aanvoering van het noodzakelijke, weglating van het overtollige, berisping van het onbewijsbare, doelende niet op het getal, maar op de kracht der bewijzen, en latende voor het onderzoek zoodanige form over, als eene hedendaagsche uitgebreidere kennis met voegzaamheid kan aannemen. Met dat alles wane men niet, dat de Hoogleeraar alhier een verkort Zamenstel aanbiedt, zoodanig als welligt een denkend Christen voor zich zelf zoude verlangen, zonder eenige betrekking tot deze of gene Gezindheid der Kerke: neen; de Hoogleeraar draagt alhier het Zamenstel der heilige waarheden voor, zoodanig als de Hervormde Gemeente dezes Lands begeert, dat het zal geleerd worden aan Jongelingen, die eenmaal in dezelve Gemeente als Leeraren zullen optreden. Zijne voordragt is alhier getrouwelijk regtzinnig, maar zij is vervreemd van dien hoogen en waanwijzen toon, die voormaals pleegde te heerschen; zijne voorstellen worden altijd geschiedmatig toegelicht, zonder verkettering van hen, die van het een of ander begrip verschillen, en de gansche behandeling loopt daarop uit, om aan de leergierige Jeugd eerbied voor de waarheden, maar tevens algemeene menschenliefde in te boezemen, als welke nimmer door verschillende begrips - formen mag of behoort te lijden: en, uit dit oogpunt beschouwd, durft de Recensent aan dit Kort Begrip gerustelijk boven honderd anderen den voorrang geven, hoe zeer hij voor zich zelf, in de behandeling van vele geloofspunten, van hetzelve merkelijk verschilt.
Na eene voorafgaande Inleiding van twee Hoofdstukken, waarin gehandeld wordt over den aard der Godgeleerdheid, in onderscheidinge van Godsdienst, over den natuurlijken en geopenbaarden Godsdienst, over de verdeeling der Godgeleerdheid, over de H. Schriftuur, derzelver echtheid, zuiverheid, geloofwaardigheid, goddelijke ingeving en gezag, verzameling in den gewijden bundel, volkomenheid, duidelijkheid, gebruik, lezing, vertaling en uitlegging, bestaat dit Leerboek uit vijftien Afdeelingen, waarvan de 1ste handelt over Gods bestaan en eigenschappen; de 2de over Gods eenheid en drieëenheid; de 3de over Gods besluit; de 4de over de Schepping; de 5de over Gods voorzienigheid; de 6de over de Engelen; de 7de over de voortreffelijkheid van 's Menschen natuur; de 8ste over den