Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1809

[p. 136]

Bijschriften op de afbeeldingen, in het werk van mr. Jacobus Scheltema, van Anna en Maria Tesselschade Visscher.

Men leest in anna's oog, bescheîden neêrgeslagen,
De deugd en Godsvrucht, die in 't hart verborgen lagen:

Een juist besef van pligt, gepaard met diep beleid:

De stoutste dichtgeest met d'opregtste zedigheid.

De schoone tesselschaê verrukt en boeit onze oogen
Door d' aangenamen lach, der Mingodes onttogen,

Maar door het fijn gevoel der blanke ziel gekuischt.

Zoo lagcht een Engel, of een Geest van de aard verhuisd!

H.... 2 Febr. 1809.

E.E.