Beeld eener volkomene Echtgenoote, geschetst naar het laatste Hoofddeel van de Spreuken Salomons. Eene Bijdrage voor de Schoone Kunne. Uit het Hoogduitsch, door Mr. Q. de Flines. Te Amsterdam, bij P.P. Bertram en Comp. 1809. In kl. 8vo. 91 Bl.
Het XXIIIste Discours en eenige volgende uit Le Philosophe Chretien van formey. Waar wij dit boekje ook opsloegen, overal vonden wij vertaling, niets dan vertaling, en wij namen nog al eenigen tijd tot deze vergelijking. De Hoogduitsche Schrijver, ‘zich te zwak bevindende om de schranderste Christenen en kenners van het menschelijk hart na te streven, kon echter de begeerte niet weerstaan om ook iets op te stellen,’ en stopte alzoo dit boekje het Hoogduitsch publiek, in 1784, als een ipse fecit, naar het schijnt, in de hand. Het werk van den Heer formey is intusschen van eene te vroege dagteekening, - (de uitgave van 1752, en deze was reeds de tweede, ligt thans voor ons,) - daarenboven te algemeen bekend en geacht, dan dat wij ons geroepen zouden vinden, het nu nog aan onze beöordeeling te onderwerpen. Wij maken evenwel geene bedenking, den Heer Vertaler bij deze gelegenheid op te wekken, ten behoeve van zijne lieve en waardige Echtgenoote, Vrouwe margaretha frederica de flines, geb. dabenis, zijne boekverzameling met Le Philosophe Chretien te verrijken; verzekerende, dat er, behalve dit Beeld eener volkomene Echtgenoote, vrij wat in gevonden wordt, 't welk der lezing en overweging ook van eene Dame van zoodanige uitmuntende hoedanigheden, als ons de Opdragt haar kennen doet, altijd nog wel waardig is. Bij het herlezen van die Opdragt maken wij den Heer en Mr. de flines over zijne Huisvrouw ons compliment! - dan, daar de aanteekeningen van onzen Landgenoot maar weinige zijn, en van zeer weinig belang, moeten wij onze Lezers berigten, dat men hier niets meer dan eene vertaling van eene vertaling vindt.