| |
Schei- en Huishoudkundig Magazijn, door Daniel Craanen, Lid van het Bataassch Genootschap der proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam, en Doctor in de Geneeskunde enz. aldaar. Iste Deel. In den Haag, bij Immerzeel en Comp. 1809. In gr. 8vo. 371 Bl.
Onderscheidene pogingen, tot vermeerdering der wetenschappelijke kennis van de verschillende takken der Geneeskunde, zijn, wij moeten zulks volmondig erkennen, tot oneer harer beoefenaren, in ons Vaderland, mislukt. Waar toch is het Werk, dat eenigen tijd, in een verloop van tien jaren, behoorlijk stand heeft kunnen houden, en tot welks staking het geringe vertier geene aanleiding moest geven? Het éénige Werk, dat der Geneeskunde meer bijzonder is toegewijd, en stand houdt, is het door ons meermalen met lof beoordeeld Geneeskundig Magazijn. - Omtrent eenen meer bepaald Scheikundigen arbeid is zints eenen geruimen tijd zeer weinig ondernomen; het getal van Scheikundige Leerboeken is wel vermeerderd, maar het ontbrak ons, bij den voortgang en de zoo blijkbare volkomenheid dezer wetenschap, aan zulk een Werk, dat bijzonder haren weldadigen en gewigtigen invloed op het Fabrijkwezen en de Nationale Huishoudkunde in het helderst licht plaatste, en zich alzoo bijzonder tot Chemico-technische onderwerpen bepaalde. Het op hoog gezag des Konings vertaalde Werk van den Heere chaptal is het alleen, waarin aan dit oogmerk voldaan wordt, daar in hetzelve de scheikundige grondbeginselen voor het Fabrijkwezen ontwikkeld en in het vervolg daar op toepasselijk zullen gemaakt worden. - Alle welneenende pogingen, ter bevordering dezer hoogstbe- | |
| |
langrijke scheikundige kennis aangewend, moeten derhalve, ofschoon al eens de strengste kritiek niet kunnende doorstaan, welkom zijn voor de liefhebbers der Scheikunde. Wij moeten dus reeds vooraf den Heere craanen, van wiens scheikundige kennis wij reeds vroeger met lof gewaagden, onzen dank daarvoor betuigen, dat hij den luister dezer wetenschap, door dit Magazijn bijzonder aan haren weldadigen invloed op het Fabrijkwezen toe te wijden, verhoogd heeft; en daar het Z.M. behaagd heeft, om, door middel van den Minister van Binnenlandsche Zaken, hetzelve aan de
Landdrosten te doen toezenden, ter uitdeeling aan des waardigen, vinden wij ons verpligt, onze Lezers met den inhoud van dit Magazijn eenigzins nader bekend te maken.
Het eerste stuk, dat hier voorkomt, heeft ten onderwerpe eene proeve over de volmaking der scheikundige wetenschappen in Frankrijk, door Doctor craanen uit het Fransch van den kundigen chaptal vrijelijk overgezet. Dit doet ons dadelijk zien, dat hetzelve niet oorspronkelijk is, en tevens, dat het daarin voorgestelde op Frankrijk bij uitsluiting toepasselijk zij: iets, hetgeen de Heer craanen ook erkent, en uit dien hoofde niet geoordeeld kan worden, gelijk de Rec. ook der Rec. wil, zonder nadenken het woord Frankrijk te hebben afgeschreven, daar de enkele opgave, naar het Fransch, den Lezer doet besluiten, dat deze proeve meer bepaald tot dat Land behoort. - Dezelve bepaalt zich tot de opgave der hulpmiddelen, om voor den Staat nuttige werklieden en kundige Fabrijkanten te vormen. Na eenige daarmede in betrekking staande algemeene en bijzondere bepalingen, houdt de Schrijver zich verder bezig met het onderwijs in het verwen en in het daarstellen der dierlijke bereidingen; - in de bewerking der onderscheidene metaalsoorten; in het vervaardigen van aarde- en glaswerk; - in de bereiding van zuren en zouten, en in het daarstellen van geestrijke dranken. Eene tweede en derde afdeeling is toegewijd aan de overweging der middelen, om de prijzen der fabrijkmatige voortbrengselen, zoe veel mogelijk, te verminderen, en over de plaatsen en gelegenheden, die, voor den aanleg en de uitvoering der onderscheidene sabrijkmatige onderwerpen, het meest geschikt voorkomen. - Wij hebben dit stuk met
| |
| |
zeer veel genoegen gelezen, en zien geene reden, waarom men van hetzelve, met de noodige veranderingen op het Fabrijkwezen, geenen heilzamen invloed zou kunnen verwachten.
Dat de toepassing der Scheikunde op de huishoudkundige bezigheden des maatschappelijken levens zeer belangrijk is, zal de Lezer in het tweede stuk, eene Redevoering over de Scheikunde en hare betrekking tot de nationale huishoudkunde, bondig en duidelijk bewezen zien; daar de Schrijver, Dr. craanen, de voornaamste voorwerpen aanstipt, waarmede de Scheikunde in betrekking staat, en die van haar derzelver nuttige strekking ontleenen. De nieuwe, zoo zeer geprezene, wijze van bleeken, door het kunstmatig aanbrengen van zuurstoffe, de bereiding der houtskool, de omvang van het verwwezen van laken, garen, zijde en andere stoffen, als ook die met indigo, de zeepbereiding, de sterkwater-stoking, het loodwit en de loodzuiker-bereiding, het bierbrouwen enz. maken het voornaamste gedeelte uit, hetwelk wij der lezinge overwaardig achten.
Op deze Redevoering volgt, na de mededeeling van een berigt van den Heer f. ermerins over de Meekrap, eene scheikundige Memorie over het ontdekken der Meekrapvervalsching, in diervoege als dezelve, door gelen Bergschen oker, zoo ook door andere oker-soorten, bewerkstelligd wordt, door den Schrijver aan de Hollandsche Huishoudelijke Maatschappij te Haarlem ingeleverd, waarin hij, als het beste herkenmiddel van ijzer- of oker-deelen onder de krap, (daar de oker geen ander ligchaam uitmaakt, dan eene bijzondere vermenging van ijzerkalk met deze en gene aardsoorten,) de zoogenaamde Berlijnsch blaauwzure potasch (Prussias potassae crystallisatum) beschouwt. Wij gelooven, dat dit reagens boven vele andere herkenmiddelen, ter ontdekkinge van ijzerdeeltjes in de door oker vervalschte Meekrap, den voorrang verdient; te meer, omdat het boven vele in zuiverheid te bekomen is, iets hetgeen wij gelooven dat niet zoo ruimschoots op andere, en bij v. op het galnotenzuur, zal kunnen toegepast worden, daar dit niet altijd van alle looijingstoffe en extractive deeltjes bevrijd gevonden wordt. De Schrijver verdient dus weder, met opzigt tot deze zijne in het werk gestelde proeven, lof.
De beschrijving eener nieuwe uitvinding van den Heer
| |
| |
bralle van Amiens, om den hennep in twee uren tijds en in alle jaargetijden te doen rooten, uit het Fransch door een' van des Schrijvers Vrienden overgezet, verdient het onderzoek van Landbouwkundigen niet te ontgaan, en vordert van ons eene aanprijzing tot hare navolging.
Het Mengelwerk, mede door een' van des Schrijvers Vrienden uit busch's Almanach der neueste Erfindungen overgenomen, bevat in vele opzigten verschillende belangrijke aanteekeningen.
De daarop volgende opgave van de meest belangrijke Reglementen, in Frankrijk, sedert den jare 1791, door het Bestuur, ten aanzien der Patenten en Octrooijen voor den eigendom van uitvinding in verschillende vakken van kunst, vastgesteld, en door den Schrijver medegedeeld, verdient mede voorzeker de aandacht niet te ontgaan, en wij zijn er verre af, om de nutteloosheid dezer mededeeling te beweren; intusschen zouden wij gaarne gezien hebben, dat de bekwame Schrijver dit tot een tweede of derde Deel bespaard had, daar wij gelooven, dat velen weinig waarde aan dezelve hechten zullen, en men ongetwijfeld zorg dragen moet, dat de eerste proeve eener wetenschappelijke onderneming van dezen aard de meest mogelijke belangrijke onderwerpen bevat.
Het derde en laatste stuk bevat belangrijke bijzonderheden over het Salpeter, hare betrekking hebbende, niet slechts tot de natuurlijke en door kunst bevorderde wording van dit zout, maar ook tot deszelfs nieuwe rassinerings-wijze, in verband met de hedendaagsche, of wel met de zoogenaamde revolutionaire kruid-bereiding. Hetzelve is getrokken uit de Elemens de Chimie van chaptal, uit het Repertory of Arts, en uit de Annales de Chimie, maakt een volkomen geheel uit, en bevat voorzeker eene gewigtige aaneenschakeling van daadzaken en wetenschappelijke grondwaarheden, die onze Buskruidbereiders onmogelijk kunnen ontberen. Men moge dit nu eene compilatie noemen; maar het ware te wenschen, dat alle compilatien in dezer voege waren ingerigt. Dit strekke den Schrijver tot geen verwijt; daar hij voor zich zoo vele voorbeelden van compilatien heeft, welke meermalen de grondslagen voor theoretische handboeken hebben uitgemaakt.
Wij moedigen van onzen kant den Schrijver ernstig
| |
| |
aan, om in zijn ijverig pogen, tot bevordering der Scheikunde, moedig voort te gaan, en zien met verlangen een volgend Deel te gemoet. Wij onthielden ons van eenige aanmerkingen op taal, spelling en woordschikking, omdat wij voor ons gelooven, dat deze in een Werk van dien aard, als voor ons ligt, weinig ter zake afdoen. Wij mogen echter hem hierbij de zorg daarvoor ernstig aanbevelen; terwijl wij vertrouwen, dat men vooral, al wat in dit Magazijn voorkomt, in deszelfs verband beschouwen, zich van aanmerkingen omtrent enkele woorden onthouden, en niet met eenige weinige op zich zelf niet zeer belangrijke aanteekeningen gereed zijn zal, om deze over een Werk van ruim 300 bladzijden, als luidsprekende bewijzen van verwaarloozing en verkeerd aangelegden vorm en stoffe, aan te voeren. Mogt elk beoefenaar van Scheikunde en Fabrijkwezen des Schrijvers pogingen ondersteunen, en onze algemeene aanmerking, bij het begin dezer beoordeeling, op dit Magazijn niet behoeven te worden toegepast! |
|