Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1809
(1809)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 98]
| |
Heelkundige Waarnemingen, door F.J. ter Borgh, Heel- en Vroedmeester te Groningen, Lid van 't Genootschap ter bevordering der Heelkunde te Amsterdam. Met eene aanprijzende Voorrede van P. Driessen, Med. Doct., Lid van het Koninklijk Instituut, Hoogleeraar in de Geneeskunde, enz. Met Platen. Te Groningen, bij W. Wouters. 1808. In gr. 8vo. 137 Bladz.Zoo wel de Hoogleeraar driessen als de Heel- en Vroedmeester ter borgh verdienen met de uitgave dezer Heelkundige Waarnemingen den dank van de beoefenaren der Genees-, maar meer bijzonder der Heelkunde, te meer omdat men in dit laatste vak thans zeer weinig oorspronkelijks in 't licht ziet komen. Den eerstgenoemden zij onze dank gewijd, dat hij zijnen Vriend heeft overgehaald, om ons op deze Waarnemingen te vergasten, en voor dezelve eene Voorrede voegde, die niet alleen aanprijzende en allezins vereerende is voor den Waarnemer, maar tevens veel belangrijks tot eer van de Groningsche Hoogeschool en de studerende Jeugd bevat, en verschillende belangrijke aanmerkingen mededeelt, omtrent de bereiding van onderscheidene scheikundig te vervaardigen Geneesmiddelen, als van het oleum en axungia oxygenata, het ung. oxyduli hydrargyri, het ung. nitratis hydrargyri en de murias hydrargyri enz., der lezinge overwaardig. Den laatsten komt tevens onze dank toe, daar hij, aan de uitnoodiging des Hoogleeraars gehoor gevende, ons geene Waarnemingen onthield, welke der Kunst, door hem uitgeoefend, niet dan tot eer strekken kunnen, en omdat zijn voorbeeld andere Heelkundigen kan en moet aanmoedigen, om de vruchten hunner ondervinding niet achterwege te houden, waartoe zeer velen, uit eene verkeerde vrees voor beoordeelingen en aanmerkingen, geneigd schijnen. De verzekering van den Hoogleeraar driessen, wien Rec., in de onderscheidene takken der Geneeskunde, eene groote mate van kunde toekent, dat men in deze Waarnemingen overal den man van kunde, doorzigt, oordeel en groote ondervinding zal aantreffen; den man, die met de beste en nieuwste Werken bekend is, en die, niettegenstaande zijne uitgestrekte practijk, onophou- | |
[pagina 99]
| |
delijk werkzaam is, om door derzelver lezing zijne kundigheden te vermeerderen; deze verzekering deed Rec. reeds het Werkje met eene zekere vooringenomenheid in de hand nemen, maar vond na de lezing deze lofspraak geenszins overdreven. Men vindt in hetzelve vijf Waarnemingen bijeengebragt; 1o. betrekkelijk tot den Olifants-voet, door de amputatie gelukkig weggenomen, met behoud van den Lijder; (men vindt de Beschrijving door 3 zeer naauwkeurig geteekende en net uitgevoerde Platen opgehelderd;) 2o. tot eene ontaarding der opperhuid, door sommigen gehouden voor ichtiosis, of vischschubachtigen uitslag; (even eens van eene fraaije Afbeelding voorzien;) 3o. tot eene hernia incarcerata, of beklemde breuk, door de operatie gelukkig hersteld; 4o. tot eene verzwering in het antrum Higmori, of het hol van Higmor, gelukkig genezen; en eindelijk tot de onderscheidene soorten van huid-uitslag, en in welke derzelven het ung. of ol. oxygenatum de beste werking getoond heeft. Deze laatste Waarneming is Rec. ook daarom bijzonder belangrijk voorgekomen, daar zij bepaaldelijk tot dat ung. of ol. oxygenatum betrekking heeft. Over 't algemeen heeft men aan dit geneesmiddel, in onderscheidene huidziekten, die ongetwijfeld zeer moeijelijk te onderkennen zijn, den wezenlijksten dienst te danken; dan dit zelfde middel schijnt bijna in vergetelheid geraakt te zijn. Wel is waar dat Rec. hetzelve meermalen vruchteloos zag toedienen, maar hij gelooft met den Hoogl. driessen en met den Schrijver, dat het voornamelijk op eene goede bereiding van hetzelve aankome. Rec. wenschte dus, dat de Apothekers zich bijzonder op deszelfs goede bereiding toeleiden. Men dient, zegt de Hoogl., wanneer men volgens de Pharm. Batav. werkt, en vier ponden bij voorbeeld vervaardigt, om eene goede, witte, harde axungia oxygen. te verkrijgen, ten minste 4 dagen, bestendig onder eene zachte warmte, roerende te besteden. De bijzondere zwaarte van het ol. oxyg. houdt, naar ons inzien, de Hoogl. te regt voor het beste kenmerk van deszelfs deugd; radende daarom, het voorschrift van de Pharm. Batav. te vermeerderen met het bijvoegsel, sit adeo ponderosum ut in aqua subsideat; hetzelve moet zoo zwaar zijn, dat het in water bezinke. - De Heer ter borgh koestert, naar ons inzien, een zeer juist begrip omtrent, en heeft eene genoegzame verdee- | |
[pagina 100]
| |
ling, aangaande de onderscheidene soorten van huiduitslag, gemaakt. Het fraaije Werk van den Heer alibert, over de Huidziekten, is voorzeker het volledigste, dat Rec. kent; en daar hetzelve zeer kostbaar is, en waarschijulijk, zoo als ter borgh in zijn Naschrift aanmerkt, bij zeer weinigen zijner Lezeren zal voorhanden zijn, zoo willen wij bij deze gelegenheid zijn Ed., indien hem zulks onbekend mogt zijn, en onze Lezers mededeelen, dat een zeer bekwaam Duitscher, de Heer mullerGa naar voetnoot(*), eene verkorte en gedeeltelijke Beschrijving van dat genoemde fraaije Werk geleverd en met eenige Afbeeldingen der tinea verrijkt heeft; hetwelk in vele opzigten voldoende kan geacht worden. Wij eindigen met den wensch van eerlang eenige nieuwe Waarnemingen van deze zelfde kundige hand te mogen ontvangen, geen oogenblik twijfelende, of zij zullen, even als deze, billijke aanprijzing verdienen. |
|