VI. | De Speler, die de gevorderde uitlegging niet kan geven, moet zijn regt afstaan aan hem, die ter regterzijde naast hem zit, en zoo vervolgens, tot dat aan deze voorwaarde voldaan is. |
Regel V en VI dienen dus, om de Spelers te verpligten, dat zij of vooraf met den inhoud der Kaartebladen bekend zijn, of zich onder het spelen nader bekend maken. Ieder der personen, waaruit het Spel bestaat - is wat onbepaald, en als het aanduidt alle de 48 personen, te moeijelijk; beter ware het, van die Kaarten dit te eischen, die te zamen in ééns om den trek spelen. Men begrijpt, dat er ook nog wel variatien op te vinden zijn, om het eentoonige te voorkomen.
Voor 't overige bevreemdt het ons zeer, dat de Autheur in één opzigt uit het oog verloren heeft, dat dit Spel voor de Jeugd moet dienen. Wij bedoelen het vermelden zoo van de geboorte sommiger Goden en Godinnen, als van derzelver minnarijen. Bijv. ‘Jupiter huwde zijne Zuster Juno, en had een aanzienlijk getal bijvrouwen, die hij verleidde door zich op onderscheidene wijzen te vermommen, nu eens onder de gedaante van een gouden tegen, om den toegang tot Danae te bekomen; dan onder die eener Zwaan, om Leda te verrassen; of van een Stier, om Europa te schaken.’ - Waartoe dit? Om kinderen nieuwsgierig te maken, en een' vraaglust op te wekken, waaraan men niet voldoen kan? - Nog onkiescher is dit volgende van Juno: ‘Naijverig dat haar Gemaal, zonder haar, Pallas het bestaan geschonken had, wilde zij ook zonder hem baren, en bragt Mars ter wereld.’ - ‘Onder den naam van Lucina staan de huwelijken en kinderbaringen onder haar beheer.’ Het gevalletje van Venus met Mars wordt ook vermeld, en van Adonis gezegd, dat hij zijne geboorte was verschuldigd aan de bloedschande van Myrrha met haren Vader Cynirus. Om deze reden zijn wij huiverig dit Kaartspel sterk aan te prijzen.