eenige Gezangen van zoodanigen Bijbelschen inhoud [toen het reeds te laat was] had beginnen te verzamelen. 't Doet hun dan grootelijks leed, dat men nu, en in 't vervolg, bij de NB. van God ingegevene Psalmen, Liederen zal moeten zingen, die, ten aanzien van derzelver inhoud en zamenstelling, enkel voortbrengsels des menschelijken vernufts zijn. Zij beroepen zich verder op vele gebreken tegen de regels der Dichtkunde, die men 'er in aantreft. 't Mishaagt hun, dat 'er zoo vele Gezangen zijn zaamgebragt, ook vele over één onderwerp. Zij zijn vooral te onvrede, dat men dezelven uit onderscheidene Gezangboeken van verschillende Godsdienstige Genootschappen gekozen heeft. Vandaar meenen zij, dat verscheidene afwijkingen van de Leer van het Nationale Dordsche Synode ontstaan zijn, en bewijzen het, op hunne wijze, onweersprekelijk, dat de Leer der algemeene voldoening, en der algemeene genade, maar in al te vele Liederen gevonden wordt. Zij willen wel niet ontkennen, dat men alle daartoe behoorende gezegden in een goeden zin zou kunnen verklaren, maar kunnen niet dulden, dat 'er uitdrukkingen in zijn, die een bedenkelijken zin hebben. [En hoe zullen zij het dan toch ook, met hunne berijming van het Nieuwe Testament, maken?]
't Voorstel is, om, in navolging van 't geen in de Nationale Synode van Dordrecht was gearresteerd, te besluiten, dat alle
Gezangen, buiten de weinigen in het Psalmboek voorkomende, uit de Kerk geweerd, en daar 'er eenige albereids ingevoerd zijn, deze met de gevoegelijkste middelen zullen afgesteld worden. Kunnen de Synoden daartoe niet komen, dan is althans het eerbiedig verzoek, dat door de Hoog-Eerw. Christelijke Kerkvergaderingen dezer Landen eene nadere Commissie benoemd worde, om deze Gezangen te verminderen en te verbeteren, en uit dezelven weg te nemen alles, wat voedsel geven kan aan begrippen, met de Leer onzer Formulieren van Eenigheid niet overeenkomende, alles, wat strijdt tegen de regels der taal en dichtkunde, en het schoone daarvan, tot zulk eene hoogte gekomen, in deze dagen, en in sommige Gezangen zoo treffend voorkomende.
Men vindt, in dit Adres, al wederom een merkelijk aantal, zoo van waare, als vermeende gebreken van 't nieuwe Gezangboek, deels dezelfde, die reeds door dezen en genen opgenoemd waren, deels ook nog eenige andere,