Gedachten aan Leiden in lijden: door J. van Os. In 's Haage, bij Vosmaer en Zoonen. 1807. In gr. 8vo. 6 Bl.
De woordspeling op den titel is van geheel dit vers nog wel het vernuftigste; en, gelijk bij den gang zijner denkbeelden, zoo bindt zich de Dichter ook bij de versmaat, naar het ons voorkomt, aan regel noch orde; zoodat dit liedeke, als men het zingen wil, op eene geheel nieuwe voois zal gaan. Ziet hier eene proeve:
Waar waart ge, ô! stille rust van 't leeven,
Waar waart ge, ô vriendlijke avondstond?
Vlood gij naar elders heên? en liet ons aaklig zuchten
Bij eenen donderenden mond?....
Een weinig verder:
Voorzichtigheid, dat ze ons bestuure,
Bij 't Godgeheiligde gebed;
De roekloosheid doet ons slechts zinken,
Wat zegt ze? olie in de lampen!
De Heer koomt onverwacht!
Hou heilgen olie in uw lampen,
De Heer koomt onverwacht.