Zonderlinge ontmoeting, tusschen William Armstrong en Sir Alexander Gibson.
(Ontleend uit scott's Minstrelsy of the Scottish Border, Vol. III.)
Omtrent het midden der zeventiende Eeuwe viel in Schotland de volgende zonderlinge gebeurtenis voor. Lord traquair hadt eene pleitzaak, welke ten Hove zou beslist worden. 'Er deedt zich alle reden op om te gelooven, dat het vonnis van de beslissende stem des Voorzitters zou afhangen, daar het getal der Regteren aan beide zijden voorts gelijk gerekend werd. Men wist, dat de Voorzitter, alexander gibson, Lord traquair geheel niet gunstig was. De voorstanders van dien Lord begreepen, dat het geraaden was, den President, ware het mogelijk, te verwijderen, als deeze zaak stondt beslist te worden.
In deeze verlegenheid vervoegde zich traquair tot william armstrong, die op staanden voet zijn dienst aanboodt, om den Voorzitter, voor eenen tijd, het waarneemen van zijnen post te beletten. Naa gedaan onderzoek vernam hij, dat gibson de gewoonte hadt om dikwijls te paard een lugtje te gaan scheppen in de zandige oorden van Leith, en alsdan zomwijlen alleen reedt.
Armstrong, die reeds lang gewagt hadt na eene voor zijn plan zo gunstige gelegenheid, zag die eindelijk gebooren. Hij vervoegde zich bij den alleen rijdenden Voorzitter, sprak hem aan, en wikkelde hem in diep onderhoud. Zo veel smaaks vondt gibson in dit gesprek, dat hij onder 't zelve met zijn, zo 't scheen toevalligen, weggenoot voortreedt, die hem bragt in een eenzaam en zelden bezogt oord, Frigate Whins geheeten. Daar gekomen, reedt hij schielijk tegen gibson in, en trok hem van zijn paard: een grooten mantel hadt hij medegenomen; in deezen wondt hij den Voorzitter, zette dien nevens hem agter op zijn paard, en reedt weg.
Met grooten spoed reeden zij voort, langs weinig bekende wegen. Eindelijk zette hij den bevreesden en afgematten gibson af in een oud Kasteel in Annandale, bekend onder den naam van den Tooren van Graham.
Gibson's paard zonder rijder gevonden zijnde, besloot men dat het zijn Meester afgeworpen hadt, en deeze in zee was omgekomen. Zijne Vrienden toogen het rouwgewaad