Twee Belijdenis-Predikatiën over de verlichte Geloofskennis, en de heiligende kragt, der Waarheid: naar Joh. VIII:32. Door Denzelfden. Te Utrecht, bij W. van IJzerworst. In gr. 8vo. 94 Bl.
Ook deze zoogenaamde Belijdenis-Predikatiën onderscheiden zich van de groote menigte van Leerredenen, die in vele Gemeenten, van tijd tot tijd, onder dezen titel, ter erinnering aan de Christelijke geloofsleer, vóór de viering van het Heilig Avondmaal, gehouden worden. De Eerw. van lis vindt het, vooral in onzen tijd, hoognoodig, om dien vasten en toeëigenenden geloofstoon, dien men in den Heidelbergschen Katechismus, en andere Formulieren van Eenigheid, aantreft, in de godsdienstige onderwijzingen weder in te roepen, en oordeelde het, tot dat einde, niet ongepast, in deze Leerredenen, den schakel der geloofswaarheden zoo voor te dragen, dat hij zijne Hoorders niet alleen met den letter, maar ook vooral met den geest der waarheid, bekend maakte. In de eerste Leerrede, over Joh. VIII:32a. En gij zult de waarheid verstaan, toont hij aan, wat het geloof, bij het licht van den Goddelijken Geest, van iedere waarheid kent en gevoelt, en hoe het 'er tot zegen (tot opwekking en bevordering van blijdschap en troost, en andere godvruchtige aandoeningen,) mede werkt. In de tweede, over de volgende woorden (Joh. VIII:32b.) De waarheid zal u vrijmaken, schetst hij de vrijmakende en heiligende kracht der waarheid op het Christenhart, dat haar door het geloof bevindelijk kent en verstaat. - Een weinig minder angstvalligheid, om toch geen der vastgestelde leerpunten (die, in beide Leerredenen, tot achttien gebragt worden,) over te slaan, en een weinig meer beknoptheid in de uitdrukking, zou deze met goed overleg vervaar-