Het stilstaan der Zonne ten tijde van Josua opgehelderd uit het beloop der Geschiedenisse door Joh. van Eijk, voorheen Predikant te Muiden. Te Amsteldam, bij L. van Hulst, 1805. In gr. 8vo. 41 bl.
Voor ettelijke jaren gaf de Eerw. van eijk eenige lezenswaardige Overdenkingen in het licht, onder den titel, Ledige uuren besteed tot nuttige overdenking. Hierbij wil hij nu ook nog deze 15de Overdenking, schoon om redenen afzonderlijk gedrukt, gevoegd hebben. De stos is niet gemakkelijk. De arbeid, door den kundigen Schrijver daaraan op nieuw besteed, verdient des te meer lof, om dat hij zich, bij het vrijmoedig onderzoek naar de waare meening van den heiligen Geschiedschrijver, over den uitslag van dit onderzoek voor leerstellige begrippen niet zoo zeer heeft bekommerd, en geen zwaarigheid maakt, om het gebeurde, ten tijde van Josua, waarin men een der grootste wonderen meent ontdekt te hebben, zoo te verklaren, dat er niets vreemds in overblijve.
De Eerw. van eijk is van oordeel, dat het Hebr. woord, door stilstaan verduitscht, hier de meer gewoone beteekenis moet behouden van zwijgen, zich stil houden, en het andere, door blijven staan uitgedrukt, den zin heeft van in denzelfden stand blijven, en dat dus het