Lessen, over de Redekunst en Fraaie Letteren. Door Hugo Blair. Uit het Engelsch vertaald door Herm. Bosscha. Twede, vermeerderde en verbeterde Druk. III Deelen. Te Uirecht, by G.T. van Paddenburg en Zoon, 1804. In gr. 8vo. 448, 327 en 392 bl.
Een gunstig vermoeden, aangaande den goeden smaak by veelen onzer Landgenooten, verwekt, onder andere, het gunstig onthaal, welk, zoo wel als de uitmuntende Leerredenen, ook deeze Lessen van den, in zyne soort, onvergelykelyken Dr. blair by dezelven gevonden hebben. De Hooggel. h. bosscha, in den jaare 1788, van het Rektoraat der Latynsche Schoole te Deventer ontzet, hadt, zonder evenwel als zodanig zynen naam te melden, die Lessen in een bevallig Nederduitsch gewaat gestoken. Het Werk zedert zynde uitverkogt, beslooten de tegenwoordige eigenaars, wilden ze geen neen verkoopen, tot eene nieuwe oplage. De Heer bosscha, zedert als Hoogleeraar te Harderwyk, en nu onlangs te Groningen beroepen, heeft over de nieuwe uitgave het oog wel willen houden; terwyl de Vertaaling, uitgezonderd hier en daar eenige beschaaving, zoo goed als geene verandering ondergaan heeft. Eenige verandering in de spelling, in welke de enkele den dubbelen klinker heeft vervangen, onderscheidt inzonderheid de tweede van de eerste uitgave.
Bekend als dit Werk by veelen is, daar wy gaarne willen medewerken om het ook by het aankoomende Geslagt te doen bekend worden, zal de moeite ons niet verdrieten, ter uitlokkinge van den leeslust, den belangryken inhoud in eene algemeene opgave aan te kondigen. Onder vyf hoofddeelen of stukken betrekt de Heer blair zyne Lessen. ‘Het eerste,’ dus schryft hy, ‘bevat, by wyze van Inleiding, enige ophelderingen over de natuur van den Smaak, en de bronnen van het genoegen, 't welk ons Werken van Smaak in 't gemeen