Emilia in hare vier betrekkingen, van Kind, jonge Dogter, Echtgenote, en Moeder. Uit het Hoogduitsch vertaald. Te Groningen en Amsteldam, by W. Wouters en J.F. Nieman. II Deelen. In 8vo. Te zamen 528 bl.
Zeer onderhoudend en leerzaam is dit Werkje, waarin de geschiedenis het voertuig is voor een aantal zeer nuttige lessen; lessen, waarvan wel gene enkele nieuw is, maar die echter nog dikwils kunnen herhaald worden, eer wy dit voor onnodig zullen houden: maar desniettegenstaande twyfelen wy geen ogenblik om het onder de zedenbedervende te rangschikken, en ieder' onzer Lezeren tegen hetzelve te waarschuwen. Hoedanig men ook over het Christendom en de godsdienstige meningen van sommige Christenen denke, zal toch ieder mensch, die hoofd en hart op de rechte plaats heeft, ene Roman met verontwaardiging van zich werpen, die kenlyk bedoelt deze dingen bespotlyk te maken by den Lezer, en welker Schryver in de onzinnige mening schynt te zyn, dat men, om goede zedelessen ingang te doen vinden, het lezend Publiek deszelfs godsdienstige gevoelens verachtlyk maken moet. Voords blykt het genoegzaam, gelyk doorgaans in zulk soort van Geschriften, dat de Schryver weinig meer van den echten Christlyken Godsdienst weet, dan de door hem aangehaalde Benjamin Scmolke, die hy zegt dat de uitgang van den H. Geest door ene koperen plaat heeft zoeken te verzinlyken; en als wy hier alleen nog byvoegen, dat de Schryver wil, dat een Godgeleerde de Genees- en Heel-kunde op het Hogeschool aanleren zal, in plaats van het Hebreeuwsch en Grieksch, - en dat hy zich onder anderen aan de Schim van den waardigen gellert bezondigt, door te willen, dat men, in plaats van een morgengebed, 's mans Zedekundige Lessen gebruiken zal, - zo voelt onze Lezer genoegzaam, van welk enen stempel dit Werkje is.