Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijGrappig voorvalGa naar voetnoot(*).Wanneer men te Parys het Feest des jongstgetekenden en zo korten tyd standhoudenden Vredes vierde, was 'er een | |
[pagina 480]
| |
lustig jong Franschman, die zich op eene zeldzaame wyze onderscheidde. Ik zal hem, om zyn kapzel a la Titus, titus noemen. Hy geleidde een Dametje, waaraan ik, om haar fraaije hair, den naam van bernice zal geeven. Zy stonden op een der achterste banken. De Schoone was a la Grecque gekleed, en het voetschoeizel. 't geen zy droeg, toonde de bevalligheid haarer voeten. Zy was ongelukkig van eene te korte gestalte, om over de hoofden van andere toekykeren heen te zien. Het hielp niet, dat titus riep: de Hoeden af! Deeze afgenomen zynde, kon bernice nog niet beter zien. Doch wat boezemt Galanterie iemand van eene fatsoenlyke opvoeding niet in! - Titus ontdekte, op eenen kleinen afstand, eenige Lieden, staande op een plank, ondersteund door twee vaten. Hy liet bernice aan myne zorge toevertrouwd; hy vertrok; doch in een oogenblik kwam hy terug, gevolgd door twee mannen, die een ledig wynvat droegen; hy scheen dit bekomen te hebben uit eene herberg aan den westlyken ingang der Tuilleries. Dit wynvat naast bernice te plaatzen, daarvoor te betaalen, en 'er haar op te helpen, was het werk van weinige oogenblikken. Zo stondt dan bernice als een Standbeeld op een voetstuk, genietende het dubbel voordeel van te zien en van gezien te worden. Doch, om ons genot volkomen te doen zyn, moeten wy het deelen met die wy beminnen. Beenice, de plaats, op welke zy stondt, beziende, dagt haar groot genoeg om twee aanschouwers te kunnen bergen: diensvolgens noodigde zy titus om zich nevens haar te voegen. Te vergeefs zogt hy haar verzoek af te slaan; te vergeefs vreesde hy haar belemmering te zullen veroorzaaken. Zy beval, en hy kon niets anders doen dan gehoorzaamen. Vaardig sprong hy op de bank en van daar op het wynvat; maar, ô jammerlyk gevolg! - terwyl elk, by het licht der veelvuldig om ons heen hangende lampen, de wederzydsche oplettenheid van dit lieve Paar bewonderde, stortte de bodem des wynvats in! Het tot hier toe van veelen benyde Paar zakte schielyk tot het midden der beenen in de wynmoer, welke hun in 't aangezigt spatte. - Dit was 't niet al. - Te driftig om zich uit dien zeker onbehaaglyken toestand te ontwikkelen, deedt hun gewoel het wynvat omverre tuimelen; zy vielen op den grond, rolden in dit morssig overblyfzel om....Het valt niet gemaklyk, eene schildery te geeven van de belachlyke houding en stand, waarin de Burger titus en de Burgeresse bernice zich bevonden. Dan, dit het eenig letzel zynde, uit dien val ontstaande, borst de rondsom zynde menigte in een hevige vlaag van lachen uit; en ik nam 'er zo veel deels in, dat ik aan de gevallenen niet zo onmiddelyk, als ik anders zou gedaan hebben, de behulpzaame hand kon leenen. |
|