ste jagthonden, een stal met de beste paarden, woonvertrekken op het pragtigst gemeubileerd, een twaalftal allerliefst zingende jonge meisjes, en hun wynkelder doet elk verbaasd staan; een koets met vier paarden zou in de ruimte kunnen keeren; het getal der welgevulde wynvaten is zeer groot, en zy zyn tusschen de zeventien en agttien voeten hoog. Men vindt 'er zes heerlyke Billiard-tafels, geplaatst in drie ruime vertrekken. Zy houden een troep uitsteekende Muzykanten.
De gastvryheid deezer Monniken jegens vreemdelingen is verbaazend: een Reiziger ontmoet zeldzaam, in eenig ander deel des aardbodems, zulk een onthaal. Men zou deezen Kloosterlingen geen ongelyk aandoen, met hun den naam van de vette Monniken te geeven: zeer weinigen onder hun, die geene overmaatige zwaarte hebben. Dan het is teffens even zeer te bewonderen, hoe zy het gemeene Volk in onkunde weeten te houden. Een staaltje van de veelvuldige, welke ik zag, zal voldoen.
Vóór dat het middagmaal werd opgedischt, tot het welk wy door den Prelaat genoodigd waren, hadden wy tyds genoeg om eene wandeling in een digt by liggend bosch te doen, waar de Monniken voorgeeven eene menigte van Wonderen te doen, en werwaards duizenden van by- en ligtgeloovigen, uit verafgelegene Roomschgezinde Landen, 's jaarlyks toevloeijen in zogenaamde Bedevaartgangen. De plaats in het bosch, waar deeze zogenaamde Wonderen geschieden, noemt men Hülfe Gottes, dat is Gods Huipe. (Het moest de Plaats des Bedrogs heeten.) Volgens de hier loopende Legende, was 'er een klein houten Kruis van christus, door agtloosheid, gestooken in een hollen boomstam, waar het eenigen tyd gezeten hebbende, riep: God help my! God help my! In 't einde kwam 'er een Monnik, en nam de oorzaak van dit droevig geroep weg. Zints dien tyd heeft dit Kruisje ontelbaar veele Wonderen gedaan. Elke Bedevaartganger, die hier een bezoek komt afleggen, is verpligt iets te betaalen: hier voor ontvangt hy een Prentje, of eenig Reliek, van de Monniken. In 't verloop van jaaren heeft dit jaarlyks een schat opgebragt.
Toen wy terug kwamen, werd het middagmaal onmiddelyk opgedischt. Het bestondt uit twee aanrichtingen, elk van tweeendertig schotelen. Het naageregt was in de daad vorstlyk.
Ieder Monnik te Erbach heeft vier vlessen besten Wyn voor zyn dagelyks aandeel: doch als 'er vreemdelingen als Gasten ter tafel aanzitten, ziet men naar die maatbepaaling van den dag niet, en elk heeft de volkomenste vryheid om zo veel te drinken als hem lust.
Eer wy vertrokken, liet de Prelaat ons zyne byzondere stalling zien, zyne kostbaare rydtuigen en schoone jagthonden. Boven alle beschryving gaat de weelderige leevenswyze deezer Geloftedoeners van vrywillige Armoede en Zelfverzaaking. Genoeg gezegd, weinig Vorsten zyn in staat om hun in Weelde op zyde te blyven.