Het Magdalena's Kerkhof, door J.J. Regnault-Warin. Uit het Fransch. IIIde Deel. Te Amsteldam, by M. Schale-kamp. In gr. 8vo. 206 bl.
Wy lazen ook dit vervolg van een zo aandoenlyk, belangryk en wel geschreven verhaal met hetzelfde genoegen en dezelfde twyfeling als het vorige. De laatste dagen van lodewyk XVI, het afscheid van zyne Familie, zyne laatste gesprekken met zynen Bicchtvader, en het noodlottig ogenblik, dat zyn leven eindigde, troffen ons vooral.
‘Thands ontgin ik,’ zo vervolgt dan de Schryver, ‘voor u een anderzoortig verhaal, welk ons nieuwe voorwerpen van ellende, te gelyk met andere stof tot overdenkingen zal doen vinden. Het is niet langer wegens den onttroonden, gevangenen en gemartelden Monarch, dat ik aan onze droefgeestige denkbeelden voedsel zal verschaffen; het graf heeft hem verzwolgen, die over zyne medestervelingen heerschte, en reeds bloeit het weelig kruid op zyn vermolmend overschot. Andere speelers doen zich voor, op dit bedroevend tooneel; Vrouwen in diepen rouw en in de ellende gedompeld; een teder Kind, welks bekoorlykheden de rampspoed doet verwelken! .... Ach! indien zommige deugdzaame zielen, in deze bespiegelende eeuw, aan de valstrikken eener eigenbaatige leer ontkomen, van haare verleiding nog onbevlekt gebleven zyn; indien de weeklagten der droefgeestigheid, indien de traanen des medelydens, voor haar nog eenige bekoorlykheid behielden; dat zy naderen; dat zy deze doodlyke verhaalen, waarin ik myn hart ontlast, gretiglyk komen verzwelgen! Geheiligd voedsel der gevoelige zielen, gy zoudt die tot doodlyk vergif verstrekken, welke door de koele genietingen der eigenliefde bevrozen zyn. Koom, gy zagtaardige en ongekunstelde Dochter; Jongeling die nog onbedorven zyt, treê nader, luister naar my! Mogt ik ten prys van deze nagt-waaken, door my aan de treurigheid geheiligd, in uwen bewogen boezem, eenige reine zugten doen ontstaan! Mogt de bladzyde, waaraan ik de mynen vertrouwlyk mededeelde, door eenen enkelen traan van u bevogtigd worden! Welk eene belooning voor den vriend, voor den schilder van het ongeluk.’
Wy laten maria antoinetta, aan het eind van dit Deel, in de Conciergerie, in hare eenzame en akelige gevangenis.