De Mensch kan, in elken Godsdienst, zalig worden. Leerrede, door F. Haas, Gereformeerd Predikant te Roetgen, by Aken. Amsteldam, by W. Holtrop, 1804. In 8vo. 35 bl.
Deze Leerrede werd, in het voorige jaar, gehouden te Gummersbach, in de Heerlykheid Gimborn-Neustadt, en wel in de Luthersche Kerk, ter gelegenheid, dat de twee Protestantsche Gemeenten, de Gereformeerde en Luthersche, zich plechtig vereenigden, en, tot dat einde, gemeenschaplyk het Heilig Avondmaal vierden.
De woorden van Petrus, Handel. X:35: In allen volke, die hem vreest en gerechtigheid werkt, is hem aangenaam, zyn ten texte gekozen geweest, en daaruit deze algemeene Leer afgeleid: De mensch kan zalig worden, tot welk Volk hy behoore, of welken Godsdienst hy belyden moge. Dit tracht de Redenaar eerst te bewyzen, en dat wel op deze gronden: (1) Omdat God de zaligheid niet naar willekeur kan uitdeelen. (2) Omdat Hy dezelve geenszins aan de belydenis van den eenen of anderen Godsdienst, maar aan deugd en regtschapenheid, verbonden heeft. Waaruit hy dan verder deze gevolgen afleidt: (1) Wy moeten ons tot blydschap laaten aanspooren, over de allesbevattende goedheid van God, die alle menschen in staat gesteld heeft, om zalig te worden. (2) Wy moeten, wanneer het ons ernst is, om zalig te worden, ons beyveren, om de door God gestelde voorwaarde, om zalig te worden, daadlyk te vervullen. (3) Wy moeten ieder mensch, die regtschapen handelt, elken braaven en deugdzaamen, hoogschatten, tot welk Volk hy ook behoore, en welke Godsdienstleer hy ook belyden moge. (4) Ofschoon de mensch in elken Godsdienst zalig kan worden, is het echter geenszins onverschillig, tot welke godschenstige gemeenschap, of tot welke afzonderlyke gezindheid, hy zich begeeve. - Zoo loopt deze Kerkrede, in eene geleidelyke orde, af. 't Zelfde onderwerp is dikwyls, en ook wel op een anderen trant, behandeld. Men zou mogelyk tegen de stelling, die de Predikant haas meent, dat in den text ligt, of die hy 'er althans uit afleidt, kunnen aanmerken, dat