Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

[p. 473]

Disputatio Historico - Critica de M. Tullio Tirone, M.T. Ciceronis Liberto, quam, praeside D.J. Van Lennep v. cl. &c. &c. ad publicam disceptationem proponit J.C. d'Engelbronner, Amst. Bat. Amstelodami, apud p. den Hengst et Fil. In 4to. 84 pp. f.m.

Zeer nuttig kwamen ons altyd voor deeze en dergelyke oefeningen, waarin Jongelieden, zonder eenig bepaald oogmerk van tot de waardigheid van Meester in de Rechten enz. bevorderd te worden, toch de bewyzen hunner studien aan den dag lagen. Den Hoogleeraaren wyttenbach, cras, en den verdienstelyken van lennep, moeten wy dank weeten, dat zy steeds met yver zulke nuttige oefeningen hier ter Stede hebben aangemoedigd. Aan hun zyn wy de uitmuntende Vertoogen van eenen nieuwland, scholten en zo veele volgenden verschuldigd. Ook nu weder levert ons de jeugdige jo. corn. d'engelbronner, op dezelfde wyze, eene proeve zyner vorderingen, in deeze zyne Verhandeling over m. tullius tiro, den Vrygelatenen van m. tullius cicero; welke Verhandeling door hem, onder voorzitting van den Hoogleeraar d.j. van lennep, op den 14 May 1804, in het Amsterdamsch Athenaeum, openlyk is verdedigd.

Alies, wat den grooten, den braaven cicero betreft, is van belang voor den minnaar der oude Letterkunde. Tiro, eerst zyn Slaaf, daarna zyn Vrygelaten, zyn Vertrouweling, zyn Vriend, aan wien zo veele zyner Brieven gericht zyn, kan dus den vereerder van cicero's Schriften niet onverschillig zyn; waarom wy met genoegen gezien hebben, dat deeze tiro eens afzonderlyk de aandacht eenes jeugdigen beoefenaars der oude Letterkunde tot zich getrokken heeft.

Dit onderwerp is loffelyk behandeld in drie Deelen. Het eerste, over het Leeven en de Verrichtingen van tiro handelende, is verdeeld in de volgende vier Hoofdstukken: 1. Over de Naamen van tiro. 2. Over het Vaderland en den juisten Leeftyd van tiro. 3. Over het Leven van tiro, en de Brieven van m. tullius cicero en anderen, aan hem gericht. 4. Over de Vriendschap van tiro en cicero, welke men niet te onbedacht moet belasteren. - Het tweede gedeelte, ten opschrift hebbende, over de Kunde, Schriften en Uitvindingen van tiro, is verdeeld in de volgende Hoofdstukken: 1. Over de vlyt van tiro in het verzamelen en uitgeeven van zyns Beschermvriends Schristen. 2. Over de Boeken, door tiro geschreven. 3. Over de- Boeken, aan tiro verkeerdelyk toegeschreven. 4. Over tiro, als uitvinder van zekere Tekens. 5. Over de verzamelingen van Tekens, op

[p. 474]

naam van tiro bekend. - Het derde gedeelte handelt kortelyk over andere tiro's.

Deeze Verhandeling verstrekt derzelver Schryver tot roem. Alles is nauwkeurig, in goed Latyn, en met onvermoeiden arbeid behandeld. Wy zullen ons des hier van eenige geringe aanmerkingen onthouden, en wenschen ernstig, dat de verdienstelyke Jongeling verder door meerdere oefening zich zal bevlytigen, de nederigheid steeds voor oogen houden, en zich blyven waardig maaken de achting van alle verstandige beminnaars der oude Letterkunde.

Dan, strekt deeze proeve tot roem voor den Jongeling zelven, zy vereert niet minder zynen Leermeester d.j. van lennep, eenen Man, wien smaak, bevalligheid en kunde steeds verzellen, en die, zo in openlyk als afzonderlyk onderwys, door liefde tot de Grieksche en Latynsche Letteren aangespoord, met de meeste vlyt werkzaam is voor zyne Leerlingen.

Achter deeze Verhandeling is een niet onverdienstelyk Gedicht van den Student van reenen, by deeze gelegenheid vervaardigd.