De Godsdienst, als betaamelyk, noodzaakelyk en voordeelig voorgesteld, aangepreezen, en deszelfs verval in deezen tyd, aangetoond. Met eene hartelyke Opwekking tot Bekeering, aan myne Landgenooten. Te Amsteldam, by W. van Vliet. In 12mo. 48 bl.
Aan het welmeenend oogmerk van den Schryver, om zyne Landgenooten tot meerdere behartiging van ongeveinsde Godsdienstigheid op te wekken, valt niet te twyfelen. - Hy beschryft den Godsdienst als eene plechtige erkentenis onzer volstrekte afhangelykheid, in alles, van God, en van onze geduurige verplichtingen aan Hem, en toont, op zyne wyze, aan, dat zoodanige hulde aan 't Opperweezen hoogst betaamelyk, noodzaakelyk en voordeelig is. Daarop volgt een ernstig beklag over de steeds toeneemende ongodsdienstigheid, en het heerschend zedenbederf in Nederland; en dat, niettegenstaande Gods oordeelen zedert lang op ons Land rusten. Alles wordt besloten met gemoedelyke vermaa-