ten eenemaal onbekend geweest is, en door geene enkele plaats in het eenvoudig Euangelie kan verdedigd of staande gehouden worden.
De Eerw. harwood zegt, by deze gelegenheid, wy bekennen het gaarne, verscheidene bedroevende waarheden, die veele driftige verdedigers van dit leerstuk weinig eer aandoen. - Dat de eenvoudige Christenleer, door veelvuldige poogingen, om dezelve met de Wysbegeerte van Plato te doen overeenstemmen, en door de invoering van menschelyk gezag in den Godsdienst, en heerschappy over 't geweeten, vooral door toedoen van Bisschoppen en Pausen, merkelyk verbasterd en misvormd is; dat de onkunde en blinde yver van sommige oude Kerkvaders daartoe veel bygedraagen heeft; dat men de zoogenaamde Verborgenheden dikwyls verdedigd heeft op eene wyze, waaraan 't gezond verstand zich moet stooten; dat het in veele zoo hoog geroemde Kerkvergaderingen dikwyls zeer onchristelyk toegegaan is; dat haatelyke partyzucht en woeste drift 'er niet zelden de hoofdrol gespeeld hebben, en fomtyds zelfs de ondeugendste kunstgreepen zyn by de hand genomen, om menschelyke uitvindsels met list en geweld voor te staan en door te zetten; dat 'er in 't byzonder, by de handelingen van 't Nicaeische Concilie, veel menschelykheid heeft plaats gehad, en dat het zoogenaamde Formulier van Athanasius door bedrog in de waereld gestooten, en alleen door onkunde en vooroordeel Eeuwen lang verdedigd is, - wie zal dat alles ontkennen? Harwood heeft gelyk, wanneer hy beweert, dat deze Athanasiaansche Geloofsleuze Jooden en Muhammedaanen zoo wel, als Deisten, die in den waan gebragt zyn, dat dit het eenige waare Christelyke leerstelsel is, van 't Christendom moet afschrikken. - Wy moeten evenwel onze Leezers waarschouwen, om niet alles, wat de Engelsche Prediker uit de Kerkelyke Geschiedenissen te berde brengt, voor goede munt aan te neemen. Hy heeft 't voornaamelyk gelaaden op 't Athanasiaansche Geloofsformulier, waarop vry wat met grond valt aan te merken. Maar hy stelt de daarin voorgedraagene Leer niet ter goeder trouwe voor, en plaatst
verscheidene geschiedkundige berichten geenzins in het rechte licht. Hy spreekt, om maar iets te noemen, met afgryzen van de Athanasiaansche godloosheid van drie eensweezige medezelfstandige Goden. Waar heeft Atha-