Schets der Heelmiddelen, ten gebruike zyner Toehoorers, door D. van Gesscher. Te Amsterdam, by H. van Kesteren, 1803. In gr. 8vo. 92 bl.
Na, in het eerste Hoofddeel van dit Stukje, eenige aanmerkingen, over de Heelmiddelen, en derzelver werking, in 't algemeen, medegedeeld te hebben, beschryft deeze voortreffelyke Heelmeester, in de volgende 23 Hoofdstukken, kortelyk deeze uitwendige Geneesmiddelen: Slapen week-maakende, zamentrekkende, versterkende, bloedstempende, terugdryvende, oplossende, ettermaakende, afveegende of zuiverende, heelende, prikkelende, roodmaakende, blynmaakende middelen, byt - middelen, aantrekkende, pynstillende, verbeterende, omwindende, bevochtigende, droogende, verwarmende, verkoelende middelen, nies- en kwyl - middelen.
Dit Werkje, ten dienste der leerende Jongelingschap te zamengesteld, om tot een leiddraad voor uitvoeriger Lessen te dienen, is zeer beknopt, duidelyk, en, onzes achtens, ten vollen voldoende aan het oogmerk. Onder het leezen vonden wy eene bedenkelyke uitdrukking, die wy hier niet met stilzwygen kunnen voorbygaan, om dat dezelve, in de handen van minkundigen, tot doodelyke misslagen aanleiding zou kunnen geeven. Te weeten de algemeene aanpryzing van Niesmiddelen, zelfs by eene dreigende Beroerte, bl. 73. Niesmiddelen kunnen zekerlyk van nut zyn, in eene slymerige beroerte, in een ongevoelig gestel. Doch in eene neiging tot beroerte, in een volbloedig en heet gestel, zyn zy ten uitersten gevaarlyk, door den reeds te grooten toevloed des bloeds naar de herssenen nog te vermeerderen.