Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 101]
| |
gen hebben, en erkentelyk voor de vriendelyke aanmerkingen, die sommigen hem daarover hebben medegedeeld, laat al spoedig dit tweede Deel volgen; terwyl hy God dankt voor 't nut, dat het eerste reeds gedaan heeft, en voor de bewezene gunst, dat hy zyne opgenomene taak heeft mogen ten einde brengen. Men heeft mogelyk nog een derde Deel, by wyze van Aanhangsel, te wachten, waarin hy eene Vertaaling eener Geschiedenis van den Catechismus, in de Paltz en in de Nederlanden, wilde leveren. Hy spreekt evenwel van beletselen, die hy vreest, dat deze zyne onderneeming zal ontmoeten. Wy lazen dit met weêrzin, omdat de kundige Prediker deze Geschiedkundige Verhandeling voor het Nederlandsch Publiek, zoo verre het zoodanige waar op prys stelt, nog al belangryk schynt te oordeelen. De Ontwerpen van Leerredenen over den Heidelbergschen Catechismus zyn, in dit tweede Deel, over 't geheel nagenoeg in denzelfden trant vervaardigd, als de voorgaanden. Uit deze proeven te oordeelen, ontbreekt het den Schryver niet aan bekwaamheid, om ook eens andere vruchten van zynen Letter-arbeid, die meer algemeenen byval vinden zouden, te leveren; waarna wy voor ons des te meer verlangen, naardien wy ons nog het groot genoegen erinneren, waarmede wy, voor ettelyke jaaren, 's Mans uitmuntende Academische Dissertatio de Psalmis bis editis geleezen hebben. |
|