Trek van menschliefde in Maria Theresia.
De Gemalin van lodewyk den XIV, maria theresia van oostenryk, veronachtzaamd door de Hovelingen, gewoon den in ongenade gevallenen te schuwen, maakte van deze verlaating gebruik, om onopgemerkt uit te gaan. Op eenen avond was zy eene jonge Dogter van de Orde van den H. vincentius de paul, waarvan zy veel werks maakte, gaan bezoeken. Zy wandelde met haar in eene der Zaalen van dit Gasthuis, waarover die geestlyke Zuster byzonderlyk de bezorging hadt. Men roept deeze; zy verlaat voor een oogenblik de Koningin. Intusschen komt de Heelmeester, wiens beurt het was; - het was de tyd om de verbanden te leggen. In het eerste bed, dat hy bezoekt, ligt een Soldaat, aan de gevolgen van zyne, in de belegering van Condé, bekomen wonden, in een gevaarlyken toestand. De duisternis begon te vallen; de Heelmeester kon niet genoeg zien, om zyn werk te verrigten; hy vraagt om licht. Niemand hoort hem; de Koningin nadert, steekt de kaars op, welke de Heelmeester, zonder haar te kennen, haar aanwees, en houdt die, zoo lang het verband duurde. De Heelmeester heeft gedaan, gaat verder, en neemt op eene ruwe wyze der Koninginne de kaars uit de handen. De Gekwetste moest nu weder in het bed behoorlyk bezorgd worden; dit is het werk der Zusters; maar 'er was gene tegenwoordig; ook hiertoe leent zich maria theresia; en de Zieke is geholpen. Lodewyk de XIV, het bevel over de belegering van Condé voerende, was zeer zeker verre af van te vermoeden, dat deze Soldaat, die zyn leven voor deszelfs eerzugt in gevaar stelde, en op wien hy zich misschien nooit verwaardigd hadt een oog te slaan, eenmaal door maria theresia zou opgepast worden. De geestlyke Zuster komt terug, en door hare verbaazing wordt de Koningin bekend. De Soldaat herstelde; maria theresia verzekerde hem een jaarlyksch inkomen - en - het geen
misschien nog schooner is - vereerde den Heelmeester honderd Louïsen, om dit geval te verzwygen.
In No. XIII, Meng. bl. 560, reg. 8, staat diensten, lees verdiensten.