| |
| |
| |
Mengelwerk, tot fraaije letteren, konsten en weetenschappen, betrekkelyk.
Iets over de zucht tot naarvolging.
(Vervolg en Slot van bl. 108.)
Onder de voorwerpen, te dikwyls ter onberedeneerde naarvolging gesteld, bekleedt de Regeringsform der onderscheidene Volken geene geringe plaats. Ieder Volk byna heeft eene verschillende bestiering nodig. 'Er zyn Natiën, die enkel door harde wetten en hevige straffen moeten in toom gehouden worden; andere, wier zagte aart, uit het levendig gestel natuurlyk ontstaande, zeer zagte wetten nodig heeft, en door beloningen beter wordt. Ieder gevoelt hier het onmooglyke, om een eenig plan van regering te volgen by alle Volken, zo lang de menschen zyn zo als zy zyn: dit is even onmooglyk als op dezelfde wyze een enkel plan te volgen om alle kinderen op te voeden. Hy dwaalt, die, omdat dit of dat Volk geschikt is voor eene eenhoofdige regeringsform, een ander Volk op dezelfde wyze wil bestierd hebben. Geeft den vryen Amerikaan een' Koning, en ziet, wat van zyne nyverheid en bloei worden zal! - Hy ook dwaalt, die, omdat deeze of geene Natie door eene Gemeenebestregering gelukkig is geworden, besluit, dat alle andere Natiën door zulk een bestier even veel geluk zouden genieten. Geeft den Neger een volksbestier, en ziet wat van zyne onontbeerlyke werkzaamheid, zyne noodzaaklyke gehoorzaamheid, en zyne vergiftige kruiden en pylen worden zal! - De verstandige ontwerper van een nationaal regeringsplan vormt hetzelve naar den aart en de neiging der Natie, die hy bestierd wil hebben, in plaatse van dit plan alleen na te schryven naar een reeds bestaan hebbend ontwerp, waarmede men slaafsch ingenomen
| |
| |
is, omdat het oud is, terwyl men van geene verbetering wil hooren; of naar dat van eenige andere Natie, wier geluk nog niet bewezen is, door zyn modél gevestigd te zyn. Zulk eene naarvolging kan schadelyk zyn, dewyl zy niet zelden muitzucht, op zyn minst genomen te onvredenheid, in de harten der Burgeren wekt, en soms, door blinden partyhaat, den geheelen ondergang van den bloei en het geluk van een Ryk of Gemeenebest na zich sleept.
Wy gaan voort, met de beschouwing der naarvolgzucht in de Kunsten en Wetenschappen.
Van welk een uitgebreid nut de gewrochten van groote Kunstenaaren zyn, tot vorming van den smaak en de manier van den jongen beoeffenaar, wordt echter derzelver naarvolging schadelyk, wanneer de leerling eene of andere byzondere wyze van behandeling slaafsch volgt, en door eene te groote vooringenomenheid met den een' of anderen grooten man, met voorbyzien der alléén naarvolging waardige natuur, zich aan zyne wyze van behandeling geheel overgeeft: deeze jonge Kunstenaar loopt gevaar, de schitterende bekwaamheden van den grooten man niet kiesch genoeg volgende, dezelve te zullen overdryven, en dus verder te gaan dan hy, die het eindperk der schoonheid zo juist geplaatst had. Hoe veele jonge Schilders, b.v. zien wy, ingenomen met de spreekende toetsen, die de bevallige de wit zo juist op hunne plaats nederzette, terwyl zy minder kiesch, minder bekwaam zyn, hunne beelden zodanig toetsen, dat de zagte holligheden in diepe gaten veranderen! Hoe veele bekwaame Toonkunstenaars hoort men, daar zy by groote mannen eene vlugheid, die aller verwondering verdient, ontdekken, die vlugheid naarvolgen, ofschoon zy in de juiste uitdrukking der onderscheidene klanken zo dikwyls missen! Even zo gaat het met jonge Dichters, die, met deezen of dien grooten man ingenomen, alleen hem naarvolgen, al naderen zy hem niet; welke neiging zelfs wel eens zo ver gaat, dat zy alles, wat niet op de leest van hun voorbeeld geschoeid is, verachten, en daar tegen uitvaaren, als hadden zy alléén het waare voorbeeld ter naarvolging uitgekozen. Niet min schadelyk wordt de zucht tot naarvolging, wanneer de Dichter, door al- | |
| |
toos, vooral aan het tooneel, niet dan naschriften uit andere taalen te leveren, het zy in proza of poëzy, schitteren wil. (Ik spreek van bloote naschryvers, niet van kiesche Dichters, die schoone Tooneelstukken in heerlyke Vaerzen zo gelukkig overzetten.) Door deeze naschryvers worden de oorspronglyke Dichters
aanmerkelyk gefnuikt in hunnen roem en yver, en het naar nieuwigheden haakend Volk in den waan gebragt, dat het oorspronglyke minder waarde heeft; hierdoor wordt mettertyd de Charactertrek der Natie blinde naarvolgzucht. Nu eens volgt zy den sentimenteelen Duitscher, en ziet haare doodbleeke meisjes van vertedering verkwynen; dan weder den gevoelloozen Engelschman, en ziet haare jongelingen zich in koelen bloede, om eene kleinigheid, doodschieten. - Wanneer een Volk, in de Kunsten, altoos vreemden voor zyne Landgenooten voortrekt, en niets goedkeurt dan het geen in den smaak van, of door deezen of geenen vreemdeling, is samengesteld, dan geeft zulk een Volk den langzaamen, maar zekeren doodsteek aan alle oorspronglyke grootheid, die op deszelfs vrugtbaaren grond anderzins zo welig tieren zoude.
Maar niet minder nadelig kan de zucht tot naarvolging voor byzondere persoonen en geheele Volken zyn, wanneer dezelve zich, met opzicht tot de onderscheidene Wetenschappen, altoos tot vreemde ontwerpen en opstellen bepaalt, en hunne eigene denkwyze aan dezelve, altoos gedwee, onderwerpt. Het is hiermede als met een' geneesheer, die, zonder op onderscheidene gestellen en omstandigheden te letten, aan eene algemeene wyze van behandeling, die hy zich werktuiglyk aanmatigde, zyne lyders onderwerpt, en één plan immer volgt, waardoor hy vaak ongelukkig slaagen moet. Wanneer een vreemd Stelsel, dat de aandacht des oppervlakkigen beschouwers, door eene bevallige voorstelling, naar zich trekt, blind wordt opgevolgd, met verwerping van een ander, dat te vooren ons eigen, of wel nationaal was, geraakt soms eene geheele Natie op den dwaalweg, en wordt in een draaikolk gevoerd, welks grondelooze diepte vaak het graf haarer grootheid is. Dan, gelukkig de Natie, de persoon, die geestdrift genoeg bezit, en verstand genoeg heeft, om altoos dat geen naar te volgen, wat haar beter, wat haar gelukkiger maakt! En dit noodigt my tot eene
| |
| |
beschouwing van de nuttige en voordeelige gevolgen der zucht tot naarvolging; die echter zeer beknopt zyn zal, wyl het bygebragte omtrent het nadeelige der naarvolging reeds veele dier nuttige invloeden en gevolgen, ingewikkeld, bevatte.
Hier komt ons eerst voor, eene verstandige naarvolging der Natuur. Ja, edele, bevallige Natuur! wier aandoenlyk schoon en mild verspreide nuttigheden den onderzoeker en aanschouwer verbaasd doen staan; u verstandig naar te volgen, maakt ons, in alle onze ondernemingen, gelukkig. Gy leert ons, in de dagelyksche verkeering, laffe pligtplegingen vergeeten, deftige gemeenzaamheid aankweeken. Gy leert ons alle pronk en weelde vaarwel zeggen, en de eenvoudige tooisels des schoonen lighaams beminnen, boven de ontelbaare wanstaltige overladingen der onstandvastige mode. Gy wyst ons de eenvoudigste middelen aan, om, door een matig gebruik uwer gaven, onze gezondheid te bewaaren; terwyl gy ons de gebreken, en de middelen tot herstel derzelve, als met den vinger aantoont. Gy geeft den Kunstenaar de eenige modellen op, die hy als de schoonste gewrochten yverig kan volgen: uwe verhevene bergen, vruchtbaare valeien, vloeiende beeken, ruisschende watervallen, sombere bosschen, wykende verschieten; uwe levende schepselen, en levenlooze schoonheden, alles wordt voorbeeld ter naarvolging voor den geestigen Schilder, den waaren Dichter. Ook de Toonkunstenaar kan uit de zuivere, lieflyke toonen van uw gevleugeld choor lessen haalen.
Maar, welk een schitterend licht straalt hier in onze starende oogen? Het is de zuivere straal der glinsterende Zon, die op de borst van het Beeld der Deugd praalt. Zy vormt, door haare weldaadige warmte, de voorbeeldigste bedryven in de harten, gelyk de natuurlyke Zon de verkleumde aarde, in de schoone Lente, ontsluit, en de nuttige kruiden en vruchten bevallig doet opschieten. Dat wy nog eenige oogenblikken, in de beschouwing van eenige, uit het groot aantal, naarvolging waardige voorbeelden van Deugd, ons verlustigen.
Belangloozen yver mag men billyk deugd noemen, vooral wanneer deeze verkeert omtrent den Godsdienst en de Wetenschappen. Of is Godsdienstyver, die uit
| |
| |
het hart, naar eene eenvoudige leerwyze, voortvloeit, zonder zich aan byzondere systhematische partyschappen onverstandig te binden, geen deugd? Die yver zelf is de groote bron der deugdzaamste bedryven. Eerbied voor het Opperwezen, vertrouwen op zyn bestuur, en het uitzicht in de Eeuwigheid, vuuren dien yver aan; en is dezelve regt werkzaam, dan verschynen de Mosessen met de Wetboeken in de hand, de Davids op den Throon; dan juigchen de Daniëls in den kuil, en de Stefanussen verheugen zich op hunne strafplaats; dan zyn de Jozefs tegen de verleidendste verzoekingen bestand, en de Jobs in de grootste rampen rustig. Welke voorbeelden van naarvolging, voor den Yveraar in den Godsdienst!
Niet minder naarvolging waardig is die yver in Kunsten en Wetenschappen. De Jongeling, door denzelven bezield, wordt groot in zyn vak, en kan zelfs de gebreken van zyn genie vergoeden door zyne naarstigheid; en wordt die yver in geheele Volken aangewakkerd, dan ryst uit de drieste onkunde een School van Wetenschappen op. Griekenland levert hier eene proeve, die in alle opzichten naarvolging waardig is; - het aloude Griekenland, waar de Kunsten en Wetenschappen tot zulk eene verbazende hoogte gestegen waren, door den nationaalen yver, dat wy nog, in veele opzichten, ver, zeer ver beneden hetzelve zyn, in deeze zo hoog geroemde verlichte dagen; - Griekenland, wiens verstrooide inwoners, na het verlies hunner vryheid, nog zo lang de Kunsten en Wetenschappen aan andere Natiën leerden.
Onder de deugden, die het character van den mensch vereeren, blinkt de Vaderlandsliefde helder uit, wanneer deeze niet door vooroordeelen of partyschappen bestierd wordt, maar op waare vryheidsmin rust, en alleen de welvaart des dierbaaren Vaderlands ten doel heeft, met verzaking van alle ongeoorloofd eigenbelang. Burgers van Nederland! zoude ik u hier van den Bataafschen grond afleiden, om by vreemde Volken voorbeelden van eene deugd te zoeken, die uwe Voorvaderen zo onderscheidend kenmerkte? Of kennen wy dan onze groote voorbeelden van Vaderlandsliefde niet? Vergeeten wy het verbond der drie Edelen tegen de overheersching van den trotschen philips? Verzaken wy
| |
| |
onze Helden der Vryheid, van der werff, douza, oldenbarneveld, grotius, de ruyter? Hebben wy meer nodig dan deeze Naamen te hooren, om ons op hetzelfde oogenblik hunne Vaderlandsliefde met blyde aandoening dankbaar te herinneren? behalven zo veele anderen, tot wier nagedachtenis in de harten aller braaven en in de tempels van den Godsdienst schitterende gedenktekenen gesticht zyn. Deeze allen hebben ons Land groot gemaakt, onze vyanden verplet, onzen voorspoed ten top gevoerd, en onzen Koophandel uitgebreid van het eene waerelddeel tot het andere; - onzen Koophandel, de steun van ons Vaderland, de bron van onze welvaart, het uitvloeisel van den yver onzer Natie, die van eenige weinige Visschers-hutten eene schitterende Waereldstad wist te vormen, in welke de nuttigste gestichten uit den moerassigen grond prachtig opryzen, getuigende van den werkzaamen volksgeest.
De Menschlievendheid, eindelyk, mag wel eene plaats bekleeden onder de vereerende deugden van het menschlyk hart, en door een ieder yverig opgevolgd worden; - zy, die uit de onuitputlyke bron van Godlyke liefde ontspringt, en de ziel met een zuiver medegevoel doorstroomt, terwyl zy tevens het vuur der hulpvaardigheid helder gloeien doet; - zy, wier gevoelens en daaden aan onze Natie geheel niet vreemd zyn: getuigen daarvan zo veele voorbeelden, in welker aantal men zich verliest. Dikwyls is het verschil in Staatkundige of Godsdienstige gevoelens, hoe hevig werkende anders, niet in staat, de trekken der Menschlievendheid onzer Natie te verdonkeren. Maar welk een schitterend Voorbeeld wordt ons ook hier ter naarvolging voorgesteld! De Groote Insteller van onzen Christelyken Godsdienst, wiens Menschlievendheid voor het heelal een zoo waardig voorbeeld van naarvolginge is, staat hier voor het oog van den gevoeligen Vaderlander. Welk eene reeks van belanglooze weldaaden vercieren zyn werkzaam leven! Waar Hy kwam, de groote Menschenvriend, weeken lyden en dood, veranderden de treurtoonen in lofzangen. Hoe medelydend zag Hy, met oogen vol traanen, zyn ondankbaar Vaderland aan! Hebt uwe vyanden lief! deeze les stond op alle zyne daaden, met blinkende letteren, ten voorbeelde,
| |
| |
geschreven. Zyn geheele levensloop geeft ons het verhevenst, het volmaaktst Voorbeeld ter naarvolging. Dat wy dus naar zyne Lessen, naar zyn Voorbeeld, ons tragten te vormen, en wy zullen, ook te midden van de onvermydbaare tegenspoeden, aan deezen staat der onvolmaaktheid verknogt, gelukkig zyn. |
|