de eigen woorden der gewyde Historieschryveren, van den leevensloop en de verrichtingen des Verlossers, zints zyne geboorte tot op zyne verhooging in den hemel. In 't Voorbericht meldt ons de Opsteller, dat hy de vier onderscheidene verhaalen der Euangelisten tot één geheel heeft tragten te brengen, als leverende, op die wyze, eene meer aaneengeschakelde, onderhoudende en gemaklyke lektuur op; zonder, egter, in 't schikken en ineentrekken der verschillende, of der gelykluidende, berichten der Euangelien, aan eene der uitstaande Harmonien, of Overeenstemmingen, bepaaldelyk zich te verbinden; hoewel het waarheid is, dat hy die van van vloten, te vinden voor de Vertaling en omschryving van het Euangelium van Johannes, meestal gevolgd is. Niet ongelukkig was de keuze, om het werk, tot gemak des Leezers, in kleine hoofdstukken of afdeelingen te onderscheiden, aan 't hoofd van welke de korte inhoud staat vermeld, nevens de plaatzen der Euangelien, uit welke ieder afdeeling is zamengesteld; zynde voorts nog, agter het werk, een bladwyzer der Euangelieplaatzen gevoegd, met het getal der bladzyden, op, en der afdeelingen, in welke dezelve te vinden zyn. De Heer stronck, ten loflyken oogmerke hebbende, zyn geschrift, tot een geringen prys, voor elk verkrygbaar te maaken, onthieldt zich daarom van alle praktikaale aanmerkingen; terwyl hy van zyne bescheidenheid blyk vertoont in zyne betuiging, dat hy de hem byzonder eigene vertaaling van deeze of geene plaatzen niet anders wil hebben aangemerkt, dan als koomende van iemant, die zeer gaarn aan elk zyn oordeel en zyne vryheid laat, geenzins zyne opvattingen altyd, als de alleen waare en juiste, zou willen doen gelden.
In een weinig uitvoeriger verslag van den aanleg en de behandeling van dit werkje hebben wy ons wel willen inlaaten, omdat wy, uit overtuiging van deszelfs nutte strekkinge, ons zeer wel met des Opstellers wensch kunnen vereenigen, dat meervermogenden hetzelve aan hunne Dienstboden, en Ouders en Onderwyzers hunnen kinderen en leerlingen, in handen gaven, als zullende zy, misschien, daar door vroeger, - ‘dan, helaas! (zegt stronck) menigmaal, al leren zy al wat van de Waarheden van den Godsdienst, thands wel plaats