Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1801
(1801)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij[p. 350] | |
Verhandelingen en Waarneemingen, ter bevordering der Genees-, Heel-, Verlos- en Scheikunde. Iste Deel. Te Leyden, by A. en J. Honkoop, 1801. In gr. 8vo. 144 bl.(Vervolg.)
Het zesde stukje voert ten titul, Verhandeling over het gebruik des Moederkoeks, door den Hoogleeraar schreger, te Erlangen, aan den geleerden sömmerring medegedeeld. Dit stukje niets anders zynde, dan eene woordelyke vertaaling van de Recensie eens Briefs van gemelden Hoogl. schreger aan sömmerring, onder den titul, Epistola de functione placentae uterinae, uit de meermaals aangehaalde Med. Chir. Zeitung voor 't Jaar 1800, No. 39, zullen wy, geene recensie van eene recensie willende schryven, van 't onderwerp zelve niets zeggen; alleen kunnen wy niet onaangemerkt laaten, dat wy het woord functio liever door werking, of verrigting, dan door het gebruik zouden vertaald hebben: het laatste vooronderstelt veelal het gebruiken van iets; en hier zoude men, in den eersten opslag, vooral volgens de belagchelyke drukfout op bladz. 7, alwaar de Inhoud van het Journal geplaatst is(*), eerder vermoeden, dat 'er van een nieuw aangeprezen Geneesmiddel, dan dat 'er van de werking of verrigting der Nageboorte gesproken wierd. Nu volgt de laatste Verhandeling, van den Heer bake, over de ontsteekingskorst op het bloed der zwangere Vrouwen, daar op neder komende, dat de lympha coagulabilis, het meest bydraagende tot de vorming van het Celweefsel en de overige vaste deelen des menschelyken lichaams, by eene zwangere Vrouw in eene grootere hoeveelheid afgescheiden wordt, waardoor het gevormde vrugtje voor het grootste gedeelte gevoed, en ook de ontsteekingskorst, doordien het bloed met die Lympha overladen is, geboren wordt. De Heer bake toont zelf te wel de waarde eener Hypothese te gevoelen, dat wy ons hierover behoeven uit te laaten; daar wy nog daarenboven erkennen, dat de gevoelens van den Heer bake niet van allen grond ont- | |
[p. 351] | |
bloot schynen. Evenwel moet het ieder opmerkzaam Leezer in 't oog loopen, dat in de op deze Verhandeling volgende Waarneeming voor een groot gedeelte dezelfde gronden worden aangetroffen, en wel byzonder, dat juist het voorbeeld van de moeijelyke geneezing der beenbreuken by zwangeren, door den Heer bake ter bevestiging van zyne vooronderstelling bygebragt, ook in die Waarneeming met hetzelfde oogmerk aangevoerd wordt. Thans volgen agt Waarneemingen van een verschillenden inhoud, die echter gezamentlyk, althans wat het nuttige betreft, niet veel byzonders bevatten, en op welke ook vry wat valt aan te merken. - De eerste is van eene vrugt van negen maanden, die buiten de Baarmoeder in de holte des onderbuiks gevonden, en ook door eene gemaakte opening in den buik daar uit genomen is. Deze Waarneeming, die verschillende is van meer andere dergelyke gevallen, in welke de vrugt in de holte van eene der Fallopische buizen ontvangen, en van daar, door het openbersten der buis, in de holte des buiks gevallen is, is voorzeker, indien het geval zoodanig, als de Schryver opgeeft, gebeurd is, zeer zonderling, en kan tot veele Physiologische gissingen aanleiding geeven; desniettegenstaande twyffelen wy zeer, of dergelyke Waarneemingen veel kunnen bydraagen tot de eigentlyke bevordering der Vroedkunde. Wy voor ons ten minsten gelooven, dat dit doelwit beter zou kunnen bereikt worden, wanneer men gebruik maakte van de fraaije, uitgewerkte practische vroedkundige gevallen en waarneemingen, die in menigte gevonden worden, in het nieuwe archiv van den Heer stark, in de schriften van osiander, en eindelyk in het 2de Deel van loder's Journal. Even het zelfde is toepasselyk op de daarop volgende vroedkundige Waarneeming van den Hoogl. ficker, van eene door de kragten der baarensweeën of door de natuur volbragte keering eener vrugt, alwaar, na het gebruik van 15 droppels Laudanum en het aanwenden van verzagtende omslagen, in plaats van den te vooren uithangenden regter voet, het hoofd zich in den mond der Baarmoeder bevondt. Dit geval behoort zeker onder de rariora, behelst voor het overige niets leerzaams, en kon dus gemakkelyk door iets nuttiger vervangen geweest zyn. | |
[p. 352] | |
De derde Waarneeming is van eene na byna 18 maanden nog voortduurende onthouding van spyze en drank in een zestienjarig meisje. Het mededeelen van het geval van deze anna maria kienker (niet nienker), overgenomen uit het VIIIste Deel, 2de Stuk, bl. 116, van 't Journal van hufeland, regtvaardigt alleen reeds het ongunstig oordeel, 't welk wy over deze verzameling geveld hebben. Daar het immers reeds in het voorige jaar door geheel Duitschland bekend was, dat deze zoo veel geruchts gemaakt hebbende gebeurtenis, op welke eenige Geleerden zich reeds afgesloofd hadden, door 'er allerhande Physiologische en Pathologische Hypothesen uit te spinnen, niets anders dan een gochelspel en louter bedriegery geweest is, behoorde zulks ook aan die geenen, welke een Tydschrift voor het algemeen willen schryven, niet ontglipt te zyn, daar zy slechts No. 64 van de aan hun bekende M.C. Zeitung van 14 Augustus 1800 behoefden in te zien, om deze klip, op welke de Duitsche Geleerden, vóór de ontdekking van dit fyn gesponnen bedrog, schipbreuk geleden hebben, te vermyden. De vierde Waarneeming, van den Heer vogel, uit het Journal van loder, Iste Deel, 1ste Stuk, behelst een geval van eene dagblindheid, verzeld van eene zonderlinge begeerte naar licht, in een meisje van zes jaaren; welke, schoon zy niets leerzaams bevat, evenwel, om derzelver byzonderheid, de vertaaling verdiende. De vyfde Waarneeming, uit het Heelkundig Magazyn van arneman, behelst eene geneezing van eene krampagtige sluiting der oogleden, gevolgd op de Kinderziekte, door j.l. jordan. Dit geval heeft, behalven dat het toeval zelve niet dagelyks voorkomt, niet veel byzonders. Wy vertrouwen ten minsten, dat ieder bekwaam Geneeskundige dit Lyderesje even zoo met antispasmodique middelen uit- en inwendig zou behandeld hebben; en wel te meer, daar de voornaamste oorzaak dezer ziekte geenzins in de voorafgegaane Kinderpokjes alleen te zoeken was, gelyk men uit den titul dezer Waarneeming, die egter met het oorspronkelyke niet strookt, zou kunnen opmaaken. In het origineele, naamelyk, staat, Beobachtung einer nach den Blattern enslandenen kramphaften verschliessung, enz. dat geenzins wil zeggen eene door de Kinderziekte ontstaane, enz. zoo als men hier vertaald heeft 't welk de oorzaak | |
[p. 353] | |
der ziekte reeds a priori bepaalt, hetgeen de Schryver egter geenzins schynt bedoeld te hebben, daar hy slegts vermoedde, dat de terug gebleevene pokstoffe, gepaard met het Rheumatieke, de oorzaak dezer krampagtige ziekte konde weezen. Zelfs ook de gelukte geneeswyze levert a posteriori geen het minste bewys op, dat de pokstoffe hier eene groote rol gespeeld heeft; zynde dezelve het meest en mogelyk alleen bewerkt door de voor een kind van 3¾ jaar taamelyk groote gifte van het Extract. Hyoscyami, en door het uiterlyk aanwenden van het Extract. opii aquos. De zesde Waarneeming, uit het meergemelde Journal van hufeland overgenomen, dient ter bevestiging van het reeds voorlang bekende nuttige gebruik der Kwikmiddelen in de Oogziekten, en byzonder in de Blindheid. - De Heer la fontaine deelt hier eenige gevallen mede, van de gelukkige geneezing der amaurosis door het gebruik van den mercurius sublimatus. Gaarne hadden wy evenwel gezien, al ware het alleen ter eere van ons Vaderland geweest, dat de Vertaaler dezer Waarneeming aan onzen boerhave het recht had laaten wedervaaren, hetwelk dien grooten man, ten aanzien van het gebruik der Kwik in de Blindheid, toekomt. Reeds voor een reeks van jaaren zeide die Hoogleeraar: Solus mercurius solvit incipientem et jam consirmatam cataractam. Daarenboven bevreemdt het ons ook zeer, dat dit stukje zoo gebrekkig overgenomen is, ten minsten dat men misschien het belangrykste dezer Waarneeming weggelaaten heeft. De Heer la fontaine, naamelyk, merkt aan, en hetgeen hy te recht als zeer byzonder beschouwt, dat de eerste Patient, byna geneezen zynde, door het verder gebruik van den mercur. subl., 't welk hy hem tot meerdere volmaaking der geneezing had aangeraaden, aanmerkelyk verergerde, en wel zoodanig, dat de Heer la fontaine zig verzekerd houdt, dat de Lyder wederom geheel blind zou geworden zyn, wanneer hy het middel langer gebruikt had; uit welk geval en nog twee anderen, die de Schryver zegt waargenomen te hebben, hy dan besluit, dat de mercurius sublimatus, eens haare werking verricht hebbende, in het vervolg geen nut meer doet, ten zy 'er eene lange tusschenpoozing tusschen de eene en andere dosis, die nooit | |
[p. 354] | |
sterker dan van vier grein, in de noodige hoeveelheid verdeeld, zyn moet, plaats heeft; 't welk, onzes bedunkens, vooral voor de geenen, die deze proeven wilden navolgen, wel hier had mogen bygevoegd worden. De zevende Waarneeming is, schoon dezelve hier zonder naam staat, van den Kielschen Geneesheer hargens, en overgenomen uit het Journal van hufeland, VIIIste Deel, 1ste Stuk, bladz. 170. Dezelve behelst eene nadere bevestiging van het nut des Loogzouts in stuipagtige toevallen, gegrond op de Waarneemingen van humboldt, over het zenuwprikkelend vermogen der Loogzouten, en op de Waarneemingen van Dr. michaëlis (die mede in het Journal van hufeland gevonden worden); hetgeen men echter veel uitvoeriger beschreeven vindt in een nader stukje van gemeld Journal van hufeland, door den Heer stutz in hetzelve geplaatst; schoon wy niet willen ontveinzen, dat de hier aangepreezene, en door ons reeds voor eenige jaaren aangewende Ol. Tartar. per deliq., ons zelden die diensten gedaan heeft, welke 'er aan toegeschreeven worden. De laatste Waarneeming (die men schynt vergeeten te hebben op den Inhoud te plaatzen) is van Dr. gebel, ook uit het Journal van hufeland, over het gebruik van het Aconitum in den Rheumatismus; welker mededeeling waarlyk ook tot een bewys strekt, dat de Uitgeevers van deze Verhandelingen en Waarneemingen te greetig zyn, om hetgeen anderen gezegd en geschreeven hebben, zonder eenige bepaaling, over te neemen. Het Extract. Aconitum is voorzeker een voortreffelyk middel in langduurige Rheumatismen, in Jichtpynen, enz. Wy zouden evenwel vry wat zwaarigheid maaken, om de hier aangepreezene oplossing van 10 grein van gemeld Extract in een half once Vin. Antimon. Huxh, viermaal daags tot 20 droppels, in een uit Rheumatismus ontstaand Zydewee, voor te schryven. Eene pleuritis Rheumatica, die aanmerkelyk verschilt van de zoogenoemde pleuritis spuria, Catharrhalis, enz. wordt door de grootste Artsen, en wel te recht, onder de Ontsteekingsziekten gerangschikt(*). En heet dit | |
[p. 355] | |
niet volstrekt het schadelykste Empirismus preeken, wanneer men in zoodanige ziekten dergelyke middelen zoo onbepaald durft aanpryzen? en nog daar by voegt ('t welk men hier ook zonder bedenking overgenomen heeft): de aanweezende onreinigheden worden hierdoor van onderen en van boven uitgedreeven; daar toch de minste beunhaas in de kunst huiverig zoude zyn, om, in eene Ontsteekingsziekte, die ontlastingen, en vooral die van boven, op die wyze te bevorderen. Waarom dus dergelyk eene Waarneeming bekend gemaakt, die, door eenen minkundigen nagevolgd, de allernadeeligste gevolgen kan na zig sleepen? Daarenboven ware het ook zeer voegzaam geweest, dat de Uitgeevers den minkundigen Leezer eenigzins hadden voorgelicht, omtrent den aart van het hier aangepreezen Geneesmiddel, welks gebruik en bereiding nog al eenige oplettendheid vordert, en 't welk hier te lande niet algemeen genoeg bekend is; wordende zelfs dit middel in de meeste Stedelyke Apothekars-boeken niet gevonden. Behalven al het tot hier toe aangevoerde moeten wy ook nog aanmerken, dat de vertaaling der stukken over 't geheel niet naauwkeurig genoeg, en op sommige plaatsen al vry slordig is uitgevallen; tot bevestiging waarvan wy slegts het volgende zullen aanhaalen. In de Verhandeling van den Heer stutz, over de geneezing van den Tetanus, alwaar de Schryver, van het Loogbad spreekende, waarschynlyk by verkiezing, dan eens de Latynsche benaaming, lapis causticus, dan eens de Hoogduitsche, aetzstein, gebezigd heeft, heeft de Vertaaler overal, waar het woord aetzstein (bytende steen) staat, lapis infernalis (in 't Hoogduitsch der Höllenstein) gebruikt, zonder te bedenken, dat de twee benaamingen des Schryvers enkel synonyma zyn, en dat een bad, waarin eene zoo groote hoeveelheid lapis infernalis opgelost is, al eene vry zonderlinge uitwerking op de oppervlakte van het menschelyk lichaam zoude hebben. Vervolgens vindt men ook, by het voorschrift van den Heer stutz van 't inwendige middel, bestaande uit een drachma sal tartar. in 6 oncen water opgelost, dat de Lyder zoodanig mengsel alle 2 uuren moet inneemen, (dit was in de 24 uuren 72 oncen NB. voor een Lyder aan de Mondsklem) daar intusschen, volgens het origineele, de meening is, dat deze hoeveelheid in 6, en zelfs ook in 8 keeren, naamelyk om de 2 uuren, opgebruikt moet wor- | |
[p. 356] | |
den. Dergelyke onnauwkeurigheden zouden wy misschien meer kunnen opgeeven; dan deze beoordeeling buitendien reeds breed genoeg zynde uitgeloopen, zullen wy dezelve besluiten met den wensch, dat de Uitgeevers, indien zy willens zyn dit Tydschrift te vervolgen, met meerdere kieschheid mogen te werk gaan in het overneemen van stukken; dat zy dezelven ook met minder overhaasting zullen vertaalen, en, wanneer 'er gelegenheid is, de noodige ophelderingen of vermeerderingen daarby zullen voegen; waarby wy, in 't voorbygaan, nog moeten aanmerken, dat zy, onzes inziens, zig in 't vervolg niet tot de Hoogduitsche Journalen alleen behoorden te bepaalen: de Fransche Schriften van dien aart leveren immers ook, ten opzichte der Scheikunde, (van welke in dit eerste Stuk weinig of niets gevonden wordt) zeer belangryke stukken op, die wel de algemeene bekendmaaking verdienen. Dezen weg inslaande, kunnen hunne poogingen de allernuttigste gevolgen hebben. |