bezitters van het Copyregt van wagenaar's Werk te raade, hetzelve tot op den tegenwoordigen tyd te doen vervolgen, overeenkomstig het plan, welk de beroemde Historieschryver zich ten leiddraad hadt voorgesteld. Niet ongelukkig zyn ze geslaagd in de keuze van den persoon, wien zy de volvoering der taake toevertrouwden. Gelykheids genoeg met dien van wagenaar heeft zyn schryfstyl, om 't een by het andere, immers ten dien opzigte, niet aanstootelyk te doen afsteeken. Doch inzonderheid laat zich, ten opzigte der behandelde onderwerpen, op den titel aangekondigd, de gelykheid van ontwerp opmerken. Toen de Vervolgschryver hand aan 't werk sloeg, hadt hy zich voorgesteld, met het Jaar 1787, en de Omwenteling, toen voorgevallen, zyn Werk te besluiten. De gebeurtenissen, zedert voorgevallen, deeden hem van oogmerk veranderen. Van nieuws vatte hy de pen op, onder andere daartoe bewogen door de voorvallen, welke vóór, by en naa de Omwenteling van den Jaare 1795, ter deezer Stede, gebeurden. Zeer uitvoerig, en, 't geen meer zegt, naauwkeurig is hy in 't verhaalen van die zonderlinge en veel gerugts maakende voorvallen. Hoedanige begrippen iemant ook aangaande de Omwenteling van den Jaare 1795 moge voeden, zeker is het, dat dezelve, ten aanzien van deeze Stad, althans in één opzigt, eene zeer gelukkige verandering ten gevolge heeft gehad. Wy bedoelen de verbeterde inrichting van het openbaar Onderwys in de Stads-Schoolen. Meermaalen bedroefden wy ons, in vroegere dagen, over de geringe vorderingen der Jeugd van de laagere klassen, ondanks de kosten van Stadswege aangewend, en door de ruime bydragen van weldaadige Ingezetenen geschraagd. Welk een gunstige, en, 't en zy voor ooggetuigen, bykans ongelooflyke wisselkeer in de vorderingen der Jeugd hebbe plaats gegreepen, zints de verbeterde Schoolorde, daar van kan getuigenis draagen het jaarlyksch openbaar onderzoek, 't welk telkens, met een verbaazenden
toeloop van aanschouweren, en niet zonder zigtbaare blyken van goedkeuringe, wordt hervat. Wy maaken hier van gewag, om de zulken onzer Leezeren, die, op eene of andere wyze, met het onderwys der Jeugd zich bemoeien, uit te lokken, om het Reglement of de School-Orde, in dit Werk voorhanden, te raadpleegen, ten einde om de daar in voorgedraagene onderrichtingen, zoo veel