De Gevolgen der Losbandigheid, geschetst in eene Redevoering voor Kinderen, over de Gelykenis van den verloren Zoon. Gehouden den 18 van Slachtmaand 1800. door C. Rogge. Te Leyden, by D. du Mortier en Zoon, 1800. In 12mo. 43 bl.
Geen Leraar van den Godsdienst, die eens voor Kinderen prediken wil, zal het zich beklagen, deze Leerreden alvorens eens in te zien: zy verdient, naar ons oordeel, allen lof: daarom pryzen wy dezelve ook ten sterksten aan; en dit Stukje dient al wederom ten bewyze, dat men zeer goed voor Kinderen prediken kan. Ene aanmerking, evenwel, houde de Leraar kogge ons ten goede. Het berouw van den wederkerenden Zoon kan wel niet te sterk worden aangeprezen; en onedelmoedig, dit moet en mag men voelen, was de onvergenoegdheid van den ouderen Broeder. Maar voor Kinderen vooral zagen wy toch liefst dien anders gehoorzamen Zoon niet zo zwart getekend: geen kwaad te doen, moet toch by het Kind altyd beter zyn, dan berouw te behoeven; en dan is het ook een roerend en zeer bruikbaar denkbeeld: de Vader vergeeft en vergeet reeds, wanneer een Broeder, een anders braaf, een voorbeeldig deugdzaam Broeder, nog niet vergeven kan! Nog eens, intusschen, deze Redevoering behaagt ons zeer. Het is geen kunst, voor Kinderen te prediken, indien een Kinderpreek ene geheel gewone Leerreden is, alleen met dit onderscheid, dat men Lieve Kinderen in plaats van Lieve Toehoorders zegt: maar als ene Kinderpreek alle de vereischten heeft van ene Leerreden voor volwassenen, en het daarenboven duidelyk is, dat de Leraar de menschen in hunne kinderjaren bestudeerd heeft; wanneer hy den kindertoon en den kindertmaak volmaakt wel weet te vatten, en zulks zonder dat