Na hier alles te hebben opgenomen, kwamen wy te Methaïne, welk Dorp, een myl van Sakkara gelegen, volgens alle ingekomene berichten, op den grond van het aloude Memphis gebouwd moest zyn. Dat hier de vermaarde Hoofdstad van Egypte gezocht moest worden, begreepen wy ook ras zeer overtuigende, uit de menigvuldige blokken van granietsteen, die alomme verstrooid lagen, en met allerhande hieroglyphische beelden vercierd waren, op eene vlakte, vol ruïnen, van drie uuren gaans in den omtrek. Zo 'er intusschen nog eenige reden had bestaan, om hier aan te twyffelen, zouden wy een overtuigend bewys, voor de waarheid onzer meening, kunnen afleiden uit de hier door ons gevondene overgebleevene stukken van een der Colossaale beelden, die, volgens het getuigenis van herodotus, door Koning sesostris, voor den Tempel van vulcaan, waren opgericht geweest. Volgens de evenredigheden der deelen des menschelyken lichaams, tot het geheel, moeten wy uit een der vuisten van deeze Colossen, welke de Burger jacotin gemeeten heeft, opmaaken, dat zodanig een geheel Standbeeld vyf en veertig voeten hoog is geweest.
Geduurende de vier dagen, in welke wy deeze Reis volbragten, zagen wy geene zwervende benden van Arabische rovers; maar toen wy, op onzen terugtogt, aan de Pyramiden van Gyzéh kwamen, klaagden ons de inwooners der Dorpen Chabramint en Zahouéh, dat een vyftigtal dier rovers hun vee had weggenomen. Ik gaf den Adjudant-Generaal boyer last, om hen met vyf en twintig mannen te paard te vervolgen. Na verloop van anderhalf uur, haalden zy de rovers ook in, die, geen lust hebbende om te vechten, den gemaakten buit in den loop lieten, en zich ten spoedigsten wegmaakten. Dus bekwamen die arme lieden alles te rug, dat hun ontstoolen was.