Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1800
(1800)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBedenkingen over de middelen om de hette te bepaalen en te geleiden.(Ontleend uit Count rumford's Experimental Essays, Political, Economical and Philosophical.)
Het bepaalen der Hette is, met de daad, niets anders, dan het uitkomen daarvan uit het heete lichaam, waarin dezelve bestaat, en waarin men verkiest dezelve te behouden, te beletten; en dit kan alleen geschieden door het heete Lichaam te omringen met eenig bekleedzel, zamengesteld uit eene zelfstandigheid, waardoor de Hette niet kan heen gaan, of waardoor dezelve zeer bezwaarlyk eenen uitgang vindt. Indien men een bekleedzel kon aantreffen, volstrekt voor de Hette ondoordringbaar, hadt men grond om te gelooven, dat een heet Lichaam, daardoor geheelenal omgeeven, de Hette voor altoos zou behouden; doch wy kennen geene zodanige zelfstandigheid, en het is niet waarschynlyk dat 'er zulk eene bestaat. Zodanige Lichaamen, in welke de Hette vrylyk of schielyk doorgaat, noemt men Conductors of Geleiders der Hette; zodanige, door welke dezelve met groote moeite of zeer traaglyk doordringt, noemt men Non-conductors, Niet-geleiders, of slegte Conductors van | |
[pagina 377]
| |
Hette. De bynaamen goed, slegt, onverschillig, uitmuntend, enz. worden onverschillig gebruikt, zo ten aanziene van Conductors als van Non-conductors. Een goede Conductor, by voorbeeld, is zodanig een, welke de Hette vrylyk doorlaat; een goede Non-conductor zulk een, waardoor de Hette met groote moeite heenen komt; en een onverschillig Conductor mag, zonder eenige onvoeglykheid, een onverschillig Non-conductor heeten. Zodanige Lichaamen, welke de slegtste Conductors, of liever de beste Non-conductors van Hette zyn, mogen wy de best geschikte keuren, om dekzels tot het bepaalen of bewaaren der Hette uit te leveren. Alle Metaalen zyn uitsteekend goede Conductors van Hette. - Hout, en in 't algemeen alle ligte, drooge en sponsagtige lichaamen zyn Non-conductors. - Glas, schoon een zeer hard en vast lichaam, is een Non-conductor. - Kwik, Water, en vloeistoffen van allerlei soort zyn Conductors; doch Lugt, en in 't algemeen alle veerkragtige vloeistoffen, damp zelf niet uitgezonderd, zyn Non-conductors. Eenige Proeven, die ik onlangs genomen heb, doen my vermoeden, dat Water, Kwikzilver, en alle andere onveerkragtige vloeistoffen, niet toelaaten dat de Hette door dezelve heen gaat van deeltje tot deeltje, gelyk dit ongetwyfeld geschiedt by het gaan door vaste Lichaamen; maar dat derzelver schynbaar geleidend vermogen weezenlyk afhangt van de uitsteekende beweeglykheid der deeltjes: met één woord, dat zy veeleer de Hette overdraagen, dan 'er een doortocht aan verleenen. - Maar ik wil thans niet vooruitloopen, ten aanziene van een stuk, 't geen ik my heb voorgesteld, in vervolg van tyd, breedspraakiger te verhandelen. Het geleidend vermogen van eenig vast Lichaam in een vasten klomp is veel grooter, dan dat van het zelfde Lichaam tot poeder gestooten, of in veele kleine stukjes verdeeld. Een yzeren staaf of een yzeren plaat, by voorbeeld, is een veel beter Conductor van Hette dan vylzel van yzer; en zaagzel een beter Non-conductor dan hout. Drooge asch van hout is een beter Non-conductor dan beide; en zeer drooge houtskool, tot poeder gestooten, is een der beste Non-conductors, tot nog bekend; en dewyl houtskool geheel onbrandbaar is, als dezelve zich beslooten vindt in eene plaats, waartoe de versche lugt geen toegang kan hebben, kan dezelve | |
[pagina 378]
| |
wonder wel tot een middel dienen om de Hette te bepaalen, wanneer de Hette, die men voorheeft te bepaalen, sterk is. Maar order de verscheidene zelfstandigheden, van welke men zich kan bedienen tot het vervaardigen van beschutzelen om de Hette te bepaalen, is 'er geen, 't welk met meer voordeels kan gebruikt worden, dan de gewoone Dampkringslugt. Van dezelve bedient zich de Natuur tot dat oogmerk; en wy kunnen niets beters doen dan de Natuur te volgen. De Warmte van de Wolle of het Bont der Beesten, en van de Vederen der Vogelen, moet ongetwyfeld toegeschreeven worden aan de Lugt, in derzelver tusschenruimten begreepen: deeze Lugt, sterk aangetrokken wordende door die zelfstandigheden, wordt bepaald, en vormt een afschutzel, 't welk niet alleen belet dat de koude winden het lichaam van het Dier naderen, maar teffens een bykans onoverkomelyken hinderpaal stelt aan het uitlaaten der Hette van het Dier in den dampkring. - Op dezelfde wyze dient de Lugt in de Sneeuw om de Hette der Aarde in den Winter te bewaaren. - De Warmte van alle soorten van kunst-kleeding, kan men aantoonen, dat van dezelfde oorzaak afhangt. En, was deeze byzonderheid algemeener bekend, of werd dezelve meer algemeen in agt genomen, het zou niet kunnen missen, of daaruit zouden zeer groote verbeteringen in de behandeling der Hette ontstaan. Een groot gedeelte onzes leevens besteeden wy in onszelven te beschutten tegen de uitersten van Hette en Koude, en in werkzaamheden, waarin wy het gebruik des Vuurs niet kunnen missen; en nogthans, hoe weinig vorderingen heeft men gemaakt in de nuttigste en belangrykste kunst - het Bestuur der Hette! Dubbele Vensterraamen zyn, zints veele jaaren, in de meeste der Noordlykste deelen van Europa in gebruik; en derzelver groote nuttigheid, om de Huizen, daarmede voorzien, warm en genoeglyk in den Wintertyd te maaken, wordt algemeen ondervonden en eenpaarig erkend - maar ik heb nimmer gehoord, dat het iemand in den zin gekomen is, om van dusdanige dubbele Vensterraamen gebruik te maaken, ten einde de vertrekken koel te houden in den Zomer - nogthans, gemaklyk en natuurlyk is de overbrenging en toepassing van eene zo eenvoudige en nuttige uitvinding! Indien dubbele | |
[pagina 379]
| |
Glas- of Vensterraamen kunnen beletten, dat de Hette, welke in een vertrek is, daar uitgaat, zou men denken, dat 'er geen groote inspanning van geest noodig is, om te ontdekken, dat dit middel even kragtdaadig zou werken, om te beletten, dat de Hette, van buiten komende, in een kamer indringe. - Dan, hoe natuurlyk dit besluit ook moge voorkomen, geloof ik dat het tot nog niemand inviel; ten minsten houde ik my ten vollen verzekerd, dat ik nimmer dubbele Vensterraamen gezien heb in Italie, of in eenig ander heet Gewest door my bezogt. Maar de nuttigheid van dubbele Vensterraamen en dubbele Muuren, zo in heete als in koude Landen, is een stuk van zo veel nuts en aangelegenheids, dat ik ten oogmerk heb, daarover ten eenigen tyde myne nadere aanmerkingen mede te deelen. Intusschen merk ik tegenwoordig alleen aan, dat het de besloote Lugt is, tusschen die dubbele Vensterraamen vervat, en niet de dubbele Glasruiten, welke den doorgang der Hette zo zeer bezwaarlyk maakt. Was dit enkel aan de vermeerderde dikte van het Glas toe te schryven, dan zouden Glasruiten, van tweemaal dikker glas dan het gewoone gemaakt, dezelfde uitwerking baaren; maar de vermeerderde dikheid van het glas bevindt men niet dat eenige merkbaare uitwerking te wege brengt, om een kamer warmer te doen worden. Dan de Lugt is niet alleen een Non-conductor van Hette; maar dit niet geleidend vermogen kan men grootlyks vermeerderen. Ten einde in staat te weezen om zich een denkbeeld te vormen van de wyze, op welke de Lugt een slegter Conductor van de Hette kan worden, of, hetgeen hetzelfde is, een beter Non-conductor daarvan, dan in den natuurlyken onbeperkten staat, is het noodig in aanmerking te neemen, de wyze, waarop de Hette door de Lugt heen gaat. Het blykt uit eene menigte van Proeven, ten dien einde genomenGa naar voetnoot(*), dat, schoon de deeltjes der Lugt, ieder deeltje op zichzelve, Hette kunnen ontvangen van andere Lichaamen, of dezelve aan andere mededeelen, 'er nogthans geene gemeenschap van Hette plaats hebbe, tusschen het eene | |
[pagina 380]
| |
Lugtdeeltje en het andere Lugtdeeltje. En hieruit volgt, dat, schoon de Lugt de Hette wegvoere, en de Hette overbrenge van de eene plaats of van het eene lichaam tot het andere, gelyk dit kan geschieden, en met de daad gebeurt, nogthans een kolom van Lugt in een staat van rust, of van welke alle de deeltjes in rust zyn, kon dezelve in dien staat blyven, volstrekt ondoordringbaar voor Hette zou weezen; of dat zulk een kolom van Lugt een volkomen Non-conductor zou opleveren. Indien nu de Hette in een kolom van Lugt enkel indringe in gevolge van de beweeging, die dezelve in de Lugt veroorzaakt, wanneer zy door deezen hinderpaal in haaren loop wordt belemmerd, is het, in dat geval, klaar, dat alles wat tegenstand kan bieden, of de inwendige beweeging van de Lugt verhinderen, teffens moet strekken om het geleidend vermogen daarvan te verminderen. - En dit heb ik bevonden, dat met de daad het geval is. De ondervinding leerde my, dat eene zekere hoeveelheid van Hette, die in staat was door te gaan door eene zekere hoeveelheid beslooten Lugts een half duim dik, in 9⅗ minuuten, 21⅖ minuuten noodig hadt, om door dezelfde hoeveelheid door te dringen, wanneer de inwendige beweeging van die Lugt belemmerd wierd, door een 1/56 gedeelte van de plaats te vullen met Dons, of met zeer fyn hair, of zyde zo als dezelve van den Zydeworm komt. Maar, wanneer men Lichaamen met Lugt vermengt, ten einde de inwendige beweeging te verhinderen, en dezelve geschikter te maaken om de Hette te bepaalen, moet men alleen zodanige Lichaamen kiezen, als uit eigen aart Non-conductors van Hette zyn; anderzins zullen zy meer kwaads dan goed doen. Dit heeft my de Ondervinding getoond; wanneer ik, in stede van Dons, Bontwerk, of fyne Zyde te gebruiken, om de inwendige beweeging der beslootene Lugt te verhinderen, eene gelyke menigte van zeer fyn geplet zilverdraad gebruikte; (ik nam de ravels van gouden of zilveren kant:) de doorgang der Hette door deezen gestelden hinderpaal, wel verre van te verminderen, werd aanmerkelyk hierdoor vermeerderd; de Hette heen gaande door dit zamenstel van Lugt en dunne draaden van Metaal, geschiedde veel sneller, dan geschied zou zyn door de Lugt alleen. |
|