| |
| |
| |
Eenige byzonderheden betreklyk Olivier Cromwel, Protector van Engeland.
(Medegedeeld door den Heer r. arrenberg, te Rotterdam)
Olivier cromwel, schoon een man van burgerlyke afkomst, heeft zich zoo berugt gemaakt door zyne zonderlinge bedryven, dat dezelven een onderwerp voor de vermaardste Historieschryvers geworden zyn; en geen wonder! een man, die reeds veertig jaren oud was geworden, eer zyn naam bekend werd, wist zyn wettigen Koning op het schavot te brengen, het hoofd te doen afslaan, en vervolgens het koninglyk gezag, onder den naam van Protector, op zich zelf te doen overbrengen.
Zyne openbare daden en het voorgevallene onder zyne regering zyn genoeg bekend; doch by uitheemsche Schryvers vindt men egter nog eenige byzonderheden betreklyk dien Protector, welken eenig nader licht omtrent zyn karakter verspreiden, en doen zien, welk een invloed dikwils een enkel persoon toevallig op eene gansche Natie hebben kan.
Na dat cromwel, in het jaar 1622, een veldtogt in de Nederlanden, onder het bevel van Prins frederik hendrik, had bygewoond, en in Engeland terugkwam, stond hy in beraad, of hy een Kerklyke of een Krygsman zoude worden, en werd het naderhand beiden; dan terwyl hy zich hier over beried, kreeg hy gelegenheid, om, onder den naam van Theologant, in dienst te geraken by den Heer williams, destyds Bisschop van Lincoln; doch die Prelaat sedert ontdekt hebbende, dat cromwel een sterk aanklever was van de gevoelens der Puriteinen, de geslagen vyanden van het Bisschoplyk bestuur, zette hy hem uit zyn dienst, en dit was de oorsprong van cromwel's fortuin; want het Parlement zich op dien tyd reeds tegen de Koninglyke en Bisschoplyke regering verklaard hebbende, kreeg cromwel, door zyne vrienden in het Parlement, welhaast, als Predikant, eene aanzienlyke standplaats, en 'er zyn in Engeland nog predikatien voorhanden, welken hy opgesteld heeft; doch toen Koning karel de I de Stad Hull belegerde, begaf cromwel zich
| |
| |
derwaart, en hielp die Stad, in hoedanigheid van vrywilliger, tegen den Koning met zoo veel dapperheid verdedigen, dat het Parlement hem niet alleen een geschenk deed van zesduizend kroonen, maar ook tot den rang van Kolonel verhief, en hem sedert, zonder eenige andere rangen bekleed te hebben, de waardigheid van Luitenant - Generaal opdroeg.
Zoo dra hy tot dien post verheven was, maakte hy eene soort van verbindtenis met de Kolonels van zyn Leger, welken vervolgens te samen aanspanden, om den toenmaligen Opperbevelhebber af te zetten, en cromwel in zyne plaats aan te stellen.
Toen hy vervolgens had weten te bewerken, dat Koning karel verwezen werd om onthoofd te worden, zag hy, met zyn Schoonzoon ireton, de uitvoering van dat vonnis aan, uit een klein venster in het bankethuis van het paleis te Whitehal. Spence verhaalt, in zyne Anecdotes, dat men, eenige nagten na den dood des Konings, een man in het wit gekleed, en zyn aangezigt met zwart floers bedekt, en die men onderstelde dat cromwel was, het deksel van de kist van dien Monarch had zien opligten, en na het lyk eenigen tyd bezigtigd te hebben, in het henen gaan, tegen de zynen gezegd had: droevige noodzaaklykheid!
Na den dood des Konings vermeerderde de magt van cromwel van dag tot dag, waar tegen zich niemand durfde verzetten. Het Parlement hem misnoegen gegeven hebbende, ging hy, op zekeren dag, naar die vergadering, en smeet, by het inkomen, zyn horologie tegen den grond aan duizend stukken, zeggende: zoo zal ik u ook verbryzelen. Op een anderen tyd in het Parlement komende, en den vergulden Scepter, voor den Spreker van het Huis, op de tafel ziende leggen, zeide hy tegen een van zyne volgers: neem dat narretuig maar weg; en joeg vervolgens alle de Leden, na hun veelvuldige verwytingen gedaan te hebben, het Huis uit, en plaatste zich aan de deur, daar zy allen, hem een voor een voorby gaande, eene diepe buiging voor hem maakten; doch een dier Leden, dit niet goedvindende, ging hem voorby met den hoed op het hoofd; maar cromwel rukte hem den hoed af, en smeet dien tegen den grond. Ik zal u leeren, zeide hy, my te eerbiedigen.
Het stond dus aan cromwel, die nu reeds al de
| |
| |
magt in handen had, om zich Koning te laten maken; ook wil men, dat hy het in de daad van zins was; doch daar het hem door zyne vrienden, en byzonder door den Heer calamy, een Predikant onder de Dissenters, met wien hy gemeenzaam verkeerde, sterk ontraden werd, en hy ligt vooruitzag, dat dit hem nog meer vyanden zoude verwekken, nam hy ten laatsten het besluit, om, onder een anderen naam, zulk een volstrekt en willekeurig gezag te oeffenen, als hy wel wist, dat zyne Natie in geen Koning konde dulden. Toen ook naderhand de Marschalk van villeroy aan lockhart, Ambassadeur van cromwel aan het Fransche Hof, vroeg: waarom zyn Meester den tytel van Koning niet had aangenomen? Om dat by ons Engelschen, gaf hy ten antwoord, wel de magt en voorrechten van een Koning bepaald zyn, maar niet die van een Protector.
Zoo dra hy, in hoedanigheid van Protector, de Regering aanvaard had, zond hy zyn afbeeldsel aan christina, Koningin van Zweden, die de eerste was, welke hem in de waardigheid van Protector der drie Koningryken erkende; ook zonden sedert genoegzaam alle de Souvereinen van Europa Ambassadeurs aan hunnen Broeder cromwel, en de Kardinaal mazarin joeg naderhand, om hem te behagen, de beide Zoons van karel den I uit het Fransche Ryk; de Franschen deden zelfs nog meer, zy veroverden voor hem de Stad Duinkerken en zonden hem de sleutels, en na zyn overlyden nam het geheele Fransche Hof den rouw aan, over een man, die nog maar weinig jaren te voren een huisbediende van den Bisschop van Lincoln geweest was.
Gedurende den tyd, dat hy bezig was om zyn oogmerk, ter verkryging van de oppermagt, ter uitvoer te brengen, vertoonde hy den Godsdienstige; hy had altyd een Bybel by zich, en de meeste van zyne Officieren in zyn Leger hadden aan hunne zadels een Nieuw Testament hangen: ook ontbrak het niet aan Geestelyken, die hem, in hunne leerredenen, by Mozes, Josua en Gideon vergeleken; doch toen hy Protector geworden was, maakte hy weinig werk van het middel, door welk hy de groote man geworden was; zelfspotte hy 'er mede; want op zekeren tyd met zyn Schoonzoon ireton, fledwood en st. jean lustig zittende te drinken, stond 'er in zyn voorkamer eene Deputatie van
| |
| |
de Presbyteriaansche Kerk, om gehoor by hem, te wagten; doch hy zond hen weg, en liet zeggen: dat hy bezig was den Heere te zoeken; waar mede men in dien tyd gewoon was te kennen te geven, dat men bezig was met bidden. Toen hy ook naderhand eene Vloot, tot eene geheime onderneming, liet uitrusten, kwam 'er een dweeper by hem, die de onvoorzigtigheid had te zeggen, dat de Heere wilde weten, werwaart die Vloot bestemd was. De Heere zal het weten en gy ook, gaf cromwel hem ten antwoord, en terstond aan de bel trekkende, kwamen 'er eenige soldaten binnen, welken hy beval om dien knaap terstond aan boord van de Vloot te brengen.
Maar zonderling is de Anecdote, die een ongenoemd Schryver van hem verhaalt. ‘Gedurende den tyd (zegt hy) dat het Parlement, in 1657, cromwel aanzette om de Kroon en den tytel van Koning aan te nemen, arbeidde Lord broghill, die sedert den tytel van Graaf van orery verkreeg, heimlyk aan een huwelyk tusschen Juffrouw francina, de jongste Dogter van den Protector, en Koning karel den II, die destyds buiten 's Lands, als een balling, omzwierf. Het goed oogmerk van den Lord broghill was om den wettigen erfgenaam van de kroon te herstellen. Dees Lord, die een vertrouweling van cromwel was, wist zelf hier op de toestemming van Koning karel te verkrygen, die hem ten sterksten verzogt de onderhandeling door te zetten. Lord broghill begon het werk met de Vrouw en Dogter van cromwel zyn ontwerp smaaklyk te maken; vervolgens deed hy het gerugt van het voorgestelde huwelyk overal verspreiden, ten einde den Protector 'er te gemaklyker in te doen bewilligen. Kort daarna, op zekeren avond, zich met den Protector alleen bevindende, en door hem gevraagd zynde, of hy niets nieuws gehoord had? zeide broghill: ja, ik heb een zeer vreemde zaak gehoord, die evenwel te wenschen was dat waarheid mogt wezen. Wat is toch, vroeg cromwel, die zaak, welke zoo vreemd is en te wenschen was? Broghill, een tydlang geweigerd hebbende het te zeggen, zeide hem eindelyk: men verzekert, dat gy uwe Dogter francina zult uittrouwen aan karel, en hem, onder zekere voorwaarden, op den troon herstellen. En wat zegt men
| |
| |
van dat nieuws? vroeg cromwel. Ydereen, hernam broghill, is 'er verblyd over, en hoopt maar, dat het geen valsch gerugt zal wezen. En wat zoudt gy my raden? zeide de Protector, onderwylen zyn vertrouweling sterk aankykende, die hem ten antwoord gaf, dat hy, naar zyne gedagten, niets beter doen konde, want dat dit huwelyk hem voor het vervolg tegen alle gevaarlyke ondernemingen in veiligheid zoude stellen.
Cromwel scheen, door dit gezegde, uitermaten getroffen te wezen, en na zeer schielyk zyn kamer verscheidenmaal op en neder gewandeld te hebben, verzogt hy eindelyk aan broghill, dat hy hem eens de redenen wilde mededeelen, waarom hy hem zulk een raad gaf. Broghill bragt daar op den Protector onder het oog, hoe weinig staat hy konde maken op de getrouwheid van zyne aanhangers, die men wist dat gereed waren om tegen hem op te staan en hem te verlaten; dat zyn toestand niets minder dan gelukkig was, dewyl hy afhing van eene menigte menschen, die, om dezelfde reden, welke hen bewogen had hem te verheffen, hem ten eenigen tyde van zyn post zouden verstooten; dat, aan den anderen kant, karel, wien reeds zoo veele rampen bejegend waren, om uit de ballingschap en de onderdrukking, onder welke hy leefde, te geraken, waarschynlyk alle de voorwaarden, die men van hem wilde vorderen, zoude onderschryven; dat hy, vooral als zyne Dogter francina kinderen kreeg, als Schoonvader van den Koning, op eene vreedzame wys, een groot gezag zou kunnen oeffenen, en zich buiten bereik bevinden van allen, die iets tegen hem wilden ondernemen.
Cromwel, deze redenen, met zeer veel oplettendheid, aangehoord hebbende, zweeg eenigen tyd stil; doch toen opstaande, en met groote stappen door zyn kamer gewandeld hebbende, zeide hy: Neen, karel zou my den dood van zyn Vader nooit vergeven.
Lord broghill deed egter nog alle mooglyke pogingen om in onderhandeling te geraken, doch kon cromwel nimmer van zyne opgevatte vrees afbrengen, die sedert aan allen, die hem over dat huwelyk onderhielden, ten antwoord gaf: dat het onmoog- | |
| |
lyk was, dat, indien karel op den troon gezet werd, hy de beledigingen, die men hem aangedaan had, en den dood van zyn Vader, zoude vergeten en ongewroken laten.
De Protector bleef dus onbeweeglyk, en het ontwerp van den Graaf orery bleef steken, wat moeite de Vrouw en Dogter van cromwel ook deden om het ter uitvoer te brengen.’
Cromwel bragt den laatsten tyd zynes levens in wroeging en gestadige vrees voor zyne persoonlyke veiligheid door. Provost baillie, die zich ten tyde van olivier's dood in London bevond, schryft: ‘de Protector was voornemens om zyne kinderen te bezorgen, doch de dood overviel hem, eer hy een testament konde maken, en hy had nog maar even het vermogen om zyn wil mondelyk te kennen te geven, in tegenwoordigheid van thurloe en goodwin.’
Cromwel stierf eindelyk den 3 September 1658, na ruim vier jaaren den tytel van Protector gedragen te hebben. Na zyn dood geraakte alles in verwarring. Zyn Zoon richard, die hem in de waardigheid van Protector opvolgde, had daar toe noch verstand noch bekwaamheid, maar daarenboven was hy zeer zagt van aart, en had een afkeer van bloedvergieten; hy zou zich zelven in zyne waardigheid nog hebben kunnen handhaven, indien hy had kunnen besluiten om vier hoofden van zyne tegenparty den hals te breken; doch hier toe wilde hy niet verstaan. Hy stond, zonder weerzin, het Protectoraat af, begaf zich op het land, om aldaar als een vergeten burger te leven, en stierf in den hoogen ouderdom van 90 jaren.
Het was niet te verwonderen, dat de Engelsche Natie zoo ras verzadigd was van alle de nieuwigheden van het Protectorschap, met welk zy in het eerst zoo veel ophad: want het geheele geschil tusschen den Koning en het Parlement was ontstaan over eene belasting van tweemaal honderd duizend ponden sterlings; doch cromwel bragt de Natie op eene vermeerderde koste van twee millioenen jaarlyks, en vond, toen hy aan de Regering kwam, agtmaal honderd duizend ponden gereed geld in de kas van het land, maar liet by zyn sterven die kas met een schuld van twee millioenen en vyfhonderd duizend ponden bezwaard.
| |
| |
Na vele partyschappen en oneenigheden, waar door het Ryk op den oever van deszelfs ondergang gebragt was, werd eindelyk het Koningschap hersteld, en de Zoon van den onthalsden Koning, onder den naam van karel den II, tot den troon van Groot - Brittanje ingeroepen.
De Schryver der Anecdotes of some distinguished Persons zegt, dat het nog hedendaags eene oude overlevering in Schotland is, dat door een soopje brandewyn de herstelling van karel den II bewerkt werd. Hy verhaalt, dat de Generaal monk, die zich altyd uiterlyk als een yverige Parlementsgezinde gedragen had, doch in zyn hart voor de Koninglyke Regering was, en die in Schotland het opperbevel over het Parlements - Leger voerde, van tyd tot tyd brieven en orders van het Parlement ontfing door een Staten - Bode, welke daar door in Edinburg bekend was geworden. Een Sergeant van den Generaal monk, op zekeren dag, door die Stad gaande, ontmoette dien Bode, aan wien hy vroeg, of hy brieven aan den Generaal gebragt had? doch hier op ten antwoord gevende, dat hy 'er geen voor den Generaal, maar wel een voor den Gouverneur van het Kasteel gebragt had, verwekte dit by den Sergeant eenige agterdogt, die daarom den Bode in een kroeg bragt, daar hy hem een glas brandewyn schonk, het welk door een tweede en derde gevolgd werd; zoo dat de Bode dronken geworden zynde, de Sergeant daar door gelegenheid kreeg om hem den brief te ontfutselen, welken hy terstond by den Generaal bragt. Monk, dezen brief geopend hebbende, vond daar in eene order aan den Gouverneur van het Kasteel, om hem gevangen te nemen en naauw op te sluiten, (hebbende het Parlement waarschynlyk de lugt gekregen van zyne heimlyke denkwys;) doch hy droeg wel zorg, dat die order niet ter uitvoer gebragt werd, maar sloeg terstond met zyn Leger naar Engeland op weg, alwaar hy bewerkte, dat het oude Parlement ontbonden, en een nieuw, meest uit Koningsgezinden bestaande, beroepen werd, het welk vervolgens Koning karel op den troon riep, en dus werd monk de hersteller der Koninglyke waardigheid.
|
|