Kort berigt, wegens het kanaal, 't welk de Oost- en Noord-zee vereenigt. Door Frederik Matthisson.
‘De Reiziger matthisson, die in den Jaare 1785 reisde, geeft, wanneer hy Kiel in Holstein bezogt, dit berigt van het Kanaal, 't welk de Oost- en Noord-Zee vereenigt, en toen voltooid was.’
Zes welgemaakte Sluizen vormen dit Kanaal. Door drie van dezelve, naamlyk die van Holtena, Knop en Rathmansdorf, kan een Schip, uit de Baltische Zee komende, opgeheeven worden tot het waterpas van het Meir Flemhude, 't welk zeven-en-twintig voeten hooger is dan de oppervlakte van de Baltische Zee. Op dezelfde wyze worden de Schepen allengskens nedergelaaten door Sluizen van Koningsforde, Kluvensiek en Rendsburg; te welker laatstgemelde plaatze zy in de Rivier Underider komen, welke gemeenschap heeft met de Noordzee. Dit Kanaal kan Schepen van negentig Lasten voeren; doch dezelve moeten niet wyder zyn dan zes-en-twintig en een halve voet. - Aan den ingang des Kanaals leest men dit Opschrift: Christiani VII jussu et sumptibus, mare balticum oceano commissum. 1782.