in 't Engelsch uitgegeeven door alexander monro, voorzien met zeer gewigtige byvoegzels, die onder anderen, door het vergelyken van monro met galenus, veel lichts verspreiden over de Ontleedkundigen, die vóór eustachius geleefd hebben: waarby nog komen een aantal vergelykingen van ontleedkundige waarneemingen des Schryvers, met die van eustachius, haller, meckel, camper en anderen; gelyk ook een reeks waarneemingen, met betrekking tot de toevallen van een menigte ziekten, welke hierdoor op eene zeer uitmuntende wyze worden verklaard. Agt jaaren na de eerste uitgave van dit nuttig werk, verscheen 'er eene tweede, met aanmerkelyke vermeerderingen en verbeteringen.
Daar intusschen de Overledene steeds voortging met zynen schat van Zenuwkundige kennisse te vermeerderen, vond hy het eindelyk raadzaam, zelve eene Neurologie in 't licht te geeven; dezelve is gedrukt in 1789, en is waarlyk een der schoonste werken in zyne zoort; wordende de zenuwen, met derzelver takmaakingen, knoopen, enz. met alle mogelyke naauwkeurigheid beschreeven. Niet alleen is dit werk voor de Ontleedkunde van het grootste belang, maar voor Geneesheeren is hetzelve insgelyks allergewigtigst, dewyl de toevallen der ziekten, welke uit de zamenvlegting der verschillende zenuwtakken moeten verklaard worden, in dit stuk ten naauwkeurigsten worden beschreeven. Vyf jaaren laater wierd dit werk, niet weinig verbeterd, nogmaals uitgegeeven.
Een der voornaamste Tydgenooten van den Overledenen, met wien deeze, jaaren lang, in eene naauwe vriendschapsbetrekking stond, was de voortreffelyke petrus camper, voorzeker een der uitmuntendste Ontleed- en Heelkundigen onzer Eeuwe, en wiens uitgebreide geleerdheid niet weinig heeft toegebragt, om den Heere coopmans den rechten smaak in de Zenuwkunde, de Vroedkunde, enz. te doen vatten. Hoe veel de Overledene aan deezen grooten Man verschuldigd was, erkent hy rondborstig, in de Voorrede van de tweede uitgave der vertaalde Zenuwkunde van monro.
Het ontbrak den Overledenen aan geene letterkundige belooningen. Hy was Lid van de geleerde Genootschappen te Haarlem en te Utrecht; en toen de Franeker Hooge Schoole, uit haar diep verval, in 1797 we-