De heilryke gemoeds-verandering van Zacheus, of Leerrede, over Luc. XIX:1-10, door S.J. van de Wynpersse, A.L.M. Phil. Doct. Te Amsterdam, by H. Diederiks en H. Lardé, 1800. In gr. 8vo. 34 bl.
Uit eenige voorige, ook door ons aangekondigde, Leerredenen, heeft men den Eerw. van de wynpersse reeds als een bekwaam Prediker leeren kennen, die, van het Leeraarambt in de Amsterdamsche Gemeente ontzet, door de uitgave van eenige Leerredenen, voor dezelve nog eenigzins tracht nuttig te weezen. Ook deze Kerkelyke Redevoering, over de gemoedsverandering van Zacheus, zal, zoo wy vertrouwen, aan allen, die dezelfde leerbegrippen, die men hier allerwege verspreid vindt, volgen, en aan 's Mans leerwyze gewoon zyn, met genoegen ontvangen worden.
In eene voorafgaande inleiding wordt te kennen gegeeven, dat men, by de beschouwing van dergelyke verhaalen, in het byzonder oogmerk van den Heiligen Geest, door wiens ingeeving alles beschreeven is, in het laaten te boek stellen derzelven, moet trachten in te dringen; en, op dien grond, wordt dan vervolgends eerst het geschiedverhaal geleidelyk ontvouwd, en daarna gehandeld over de belangryke waarheden, die de Heilige Geest, in hetzelve, ons bedoelde voor te stellen. Het schynt den Eerw. van de wynpersse ontegenzeggelyk, dat dit voorval met Zacheus geboekt wierd, om ons te leeren, vooreerst, wat 'er in een mensch moet gevonden worden, die zalig worden zal, dat is, waarin die bekeering bestaa, die 'er noodig is, om ten leven in te gaan; ten tweeden, wie Jesus zyn kan, en zyn wil, voor den verloren gaanden zondaar. De overweeging van deze beide doeleinden van het geschiedverhaal maakt dan het tweede deel dezer Leerrede uit. Daarop volgen, tot toepassing, vyf aanmerkingen: 1) Niemand onzer is de Goddelyke genade ontwassen. 2) 's Heilands liefderyke handelwys omtrent Zacheus is ons een toonbeeld, om ons te leeren, wie Hy voor ons allen zyn wil. 3) Zal de toegenegene liefde van Jesus ons zaligen, wy moeten met Zacheus zyne nodiging inwilligen, ons tot Hem bekee-