Loogzouten; en dat, wanneer dit laatstgemelde beginzel is uitgeput, geene mildwording verder plaats heeft. De Proeven, waar mede de Schryver zyn gevoelen heeft trachten te bewyzen, komen ons zeer voldoende voor, en de aandacht van deskundigen, tot verdere overweeging en bevestiging, overwaardig.
Met veel genoegen lazen wy insgelyks de Redevoering van den Hoogleeraar vrolik, dewyl wy hier de voornaamste natuurlyke byzonderheden by elkander verzameld vonden, die tot bevestiging der voorgestelde Leere kunnen dienen: zynde voorts alles in een vloeijenden styl zodanig voorgedraagen, dat dezelve door een ieder kan begreepen worden. Tot een staaltje zullen wy hier de vergelyking afschryven, welke de Redenaar maakt, tusschen de werkzaamheden van den Polypus en der Dionaea Muscipula.
‘Tot dus verre, M.H. hebben wy de volmaakte overeenstemming gezien, welke 'er in den groei, aanwas en voortplanting in beide bewerktuigde ryken der Natuur overal gevonden wordt. Het zy my vergund, aan te toonen, dat zy, als gevoel hebbende en prikkelbaare lichaamen beschouwd, dezelfde overeenkomst behouden.
Vestigt slegts oppervlakkig uw oog op een Polypus en een gevoelig plantgewas: vergelykt de manier, waarop deeze worm zyne werking uitoeffent, met de werktuigen van de Dionaea Muscipula, en gy zult reeds by den eersten aanblik de grootste overeenkomst ontwaaren. Op de inwendige oppervlakte namelyk van haare bladen zyn veele roode kliertjes verspreid, welke eene vloeistof bevatten, waardoor vliegen en torren sterk worden aangelokt. Wanneer deeze diertjes nu zich zo zeer laaten verleiden, dat zy dit vogt trachten op te neemen, om zich ten kosten van deeze plant te vergasten, en derhalven met de binnenste oppervlakte der bladen in aanraaking komen, springen, met de sterkste veerkragt, en als op een oogenblik, derzelver randen tot elkaêr, beknellen het onnozel diertje, en drukken het tusschen de priemswyze stekels dood.
Waarin, M.H. zal nu het onderscheid bestaan moeten tusschen de werktuigen van dit gewas en die des Polypus? In beiden vinden zy haare oorzaak in eene byzondere gesteldheid der werktuigen. Deeze vernietigd zynde, vervalt alle beweeging zo zeer, dat zy op geene