Levensgeschiedenissen voor jonge lieden. Iste Deel. Te Leyden, by D. du Mortier en Zoon, 1799. In 12mo. 196 bl.
De bemerking, ‘dat niet alleen verdichte, maar ook, en wel inzonderheid, waare Levensbeschryvingen allergeschiktst zyn, om de Jeugd, op eene aangenaame en onderhoudende wyze, verscheidene gewigtige kundigheden mede te deelen, en haar hart met liefde tot de edelste deugden te vervullen, en dat, hoe zeer de verdienstlyke Maatschappy: Tot Nut van 't Algemeen, door de uitgave haarer Levensschetzen van eenige Nederlandsche Mannen en Vrouwen, ook aan deze behoefte heeft poogen te voldoen, deze schetzen echter, over het algemeen, aan meergevorderden te onvolledige denkbeelden van de lotgevallen van sommige belangryke persoonen geeven,’ spoorde den Eerw. rogge aan, om meer uitgewerkte Levensbeschryvingen voor jonge lieden van verschillenden leestyd te vervaardigen. Tot eene proeve in dit nog weinig bewerkt vak van onderwys, wordt hier het Leven van M.A. de Ruiter aangeboden; 't welk, goedkeuring en aanmoediging vindende, weldra van andere Levensbeschryvingen gevolgd zal worden. - Schoon reeds door meer dan één' Historieschryver het leven en de daaden des gemelden Zeehelds geboekt zyn, hebben wy dit stukje echter met veel vermaaks geleezen. Beknoptheid en zaaklykheid, gepaard met eenen vloeiënden styl, zoo wel als verscheide zeer wel geplaatste leeringen en menschkundige aanmerkingen, nevens gepaste ophelderingen, pryzen hetzelve als om stryd aan; en hadt de Eerw. Schryver zich niet ten wet gemaakt, om met elke Levensbeschryving slechts één Deeltje te vullen, gewis ware dit gewigtvol verhaal met nog verscheidene aanmerkingen verrykt geworden.
Nu en dan zullen, by de voortzetting dezes werks, de jeugdige lezeren ook met beroemde vreemdelingen bekend gemaakt worden, tot welker beschryving de bekende Biögraphiën fur die Jugend gebezigd zullen worden.
Daar aanëengeschakelde historische verhaalen zelden voor eenige uittrekselen vatbaar zyn, zonder van derzelver waarde te verliezen, moeten wy onze Lezeren tot het werkje zelven verwyzen, niet twyffelende of hetzelve zal aan onze leesgraage jeugd en jongelingschap zeer welkem zyn; terwyl wy dit verslag besluiten met den wensch, dien de geächte Vervaardiger