Hannibal en de redenaar Phormio.
Hannibal zich te Ephesen onthoudende, wilde de waanvolle Redenaar phormio zich doen hooren by eenen Held, wiens Krygsroem de wereld door klonk. De Veldheer willigde die begeerte in, en hoorde den Peripatetischen Wysgeer, die nooit eenig deel aan het algemeen Bewind gehad, geen Leger gezien, en veel min eenen Veldslag bygewoond hadt, eene zeer lange Redenvoering houden over de Pligten eens Veldheers, en breed uitweiden over het geheel beleid des Krygs. De meeste zyner Hoorderen, zyne Stadgenooten, betoonden zich verrukt over phormio's welspreekenheid; en, niet twyfelende of de Held zou zich even zeer des voldaan houden, vroegen zy, vol vertrouwen, den Carthager, wat hy van zulk een' Wysgeer zeide? - Dan zy hoorden, te hunner beschaaminge, dit wel eenigzins ruw, doch welpassend, antwoord; ‘Ik hoorde veele oude Gekken, maar nooit grooter Gek dan deeze phormio!’
Hoe veele phormio's leeven 'er nog!