Turksche voorzegging.
(Uit het Fransch.)
Indien ik een weinig meer Wysgeer ware, zou ik mogelyk om het algemeen gevoelen, wegens het gezegde: Een Spreekwoord liegt niet, durven lagchen. Het schynt my ten minsten, dat de Turken het Spreekwoord: Geen Profeet is geacht in zyn Vaderland, tot een logen maaken; en ik heb reden te gelooven, dat elk van myn gevoelen zal zyn, wanneer men het volgende zal geleezen hebben uit Le Voyage de paul lucas, au Levant. Tom, I. pag. 271 & suiv. Edit. Vandive, Paris 1704.
‘In hoedanigheid van Geneesheer, ging ik den Cadi bezoeken, wiens huis zeer fraai is; hy ontfing my zeer wel, en liet ons Koffy en Sorbet geeven. In het gesprek, dat wy samen hadden, vroeg ik hem, waarom hy zo veel onkosten besteed had aan een huis als het zyne, dat in de daad fraai was, doch, slechts van aarde gebouwd zynde, zeer kort van duur zoude zyn; dat hy met dezelfde onkosten een even schoon huis van steen kon bouwen, dat veel duurzaamer was. Dit is de gewoonte onder ons niet, antwoordde hy, wooningen te hebben, die langer duuren dan ons leven. Maar, hernam ik, dit zou goed zyn als de menschen geen kinderen nalieten. Zou het niet beter zyn, dat de ryke Vaders schoone huizen lieten bouwen, die hun tot eer verstrekten, en hunne kinderen van nut waren na hunnen dood? Nog ééns, zeide hy, dit is de gewoonte onder ons niet; de kinderen bewoonen nooit de huizen hunner Vaders: zy verlaaten ze, en laaten ze instorten. Welnu, hervatte ik, zou het tot uwe eigen voldoening niet glorieryker voor u zyn, dat uwe huizen na u bestonden, om eenigermaate uwe nagedachtenis te vereeuwigen? Neen, neen, viel de Cadi in, wy hebben eene Voorzegging, die ons bedreigt, dat de Franschen ééns meester van het gehele Land der Musulmannen zullen zyn; dit gebeurende, zouden zy in het huis woonen, dat ik heb doen bouwen; zy zouden 'er spek eeten, en het ontheiligen. Laaten zy zelf huizen bouwen, als zy willen: de onze zullen zo lang niet duuren.’
Ik herhaal het, indien ik een gezegde, geheiligd door een groot verloop van tyd, durfde bespotten, ik zou gelooven, dat de Overwinningen van onze Legers in het Oosten bewyzen, dat de goede Cadi van Balbec, in 1699, beter Pro-