Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1799
(1799)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 670]
| |
Geschiedkundig en waar Verhaal der Gebeurtenissen, welke in de Colonie Demerary, by en zedert het vertrek van den Baron van Grovestins, hebben plaats gehad; door J.C. de la Coste, Inwoonder van Demerary. IIde Deel. Uit het Origineel Fransch vertaald, door C. Hitters. In 's Haage, by H.C. Susan. In gr. 8vo.'t Geen wy, ten opzigte van den Schryver, en van het Eerste Deel deezes Werks, gezegd hebbenGa naar voetnoot(*), is zo zeer in allen deele op het tegenwoordige toepasselyk, dat wy 'er niets by te voegen, en alleen de uitgave en voltooijing van 't zelve te melden hebben. - Voltooijing, ja, hier voor hadden wy het aangezien; doch een Postscriptum doet ons de weete, dat wy misschien nog een Deel ter voltooijinge te wagten hebben. Eenige kundschap, den Schryver gegeeven, hadt hem eerst doen besluiten om in dit Verhaal eenige veranderingen en uitweidingen te maaken, den Gouverneur beaujon en diens Aanhang betreffende; dan de beloften, de la coste door eenige agtenswaardige Burgers gedaan, van hem ten dien opzigte zekere en ontwyfelbaare inlichtingen te bezorgen, met de bewysstukken daar nevens, heeft hem van de verandering in het opgestelde doen afzien; en hy behoudt het aan zich, om een Derde Deel aan dit Werk toe te voegen. In 't zelve zal hy zyn verhaal, van 't geen 'er zedert zyn vertrek uit de Colonie is voorgevallen, agtervolgen. ‘De Leezer,’ belooft hy, ‘zal daar in zien, dat 'er een openbaare tweespalt heerscht tusschen Militair en Burger, en dat 'er tusschen de Vloekgenooten geen eendragt meer bestaat, als mede dat beaujon, van zyne eerste aanhangelingen verlaaten, gedwongen is om zich nieuwe gunstelingen te maaken, met de gewigtigste posten aan lieden, die hy te vooren eer zou vermyd dan gezogt hebben, op te draagen.’ |
|