De Ongeveinsde Christen, door Ysbrand van Hamelsveld. Iste Deel. Te Amsteldam, by M. de Bruyn. In gr. 8vo. 416 bl.
Dat wy een breedvoerig verslag zouden geeven van een Periodiek Werk, hetgeen reeds in het jaar 1797, in den vorm van weekelyksche Vertoogen, is uitgekomen, zal niemand onzer Leezeren verwachten. De naam van den Schryver is genoeg om het aan te beveelen, zonder dat wy 'er ons getuigenis behoeven by te voegen; en het is reeds zo algemeen bekend, dat ons getuigenis, volgens het gemeene spreekwoord, mostert na de maaltyd zoude weezen.
Wy kunnen alleenlyk zeggen, dat de Eerw. van hamelsveld zich in dit geheele Eerste Deel vertoont als eenen waarlyk Ongeveinsden Christen, welken het belang van den Godsdienst ter harte gaat. Vooral dringt hy, op hetgeen het kenmerk is van ieder, die niet enkel met den mond belydt, maar ook gelooft met het hart, de onderhouding van Gods Geboden. Dat hy verkleefd is aan de Leer zyner Kerke; dat die verkleefdheid meermaalen doorstraalt; dat hy somtyds zich bedient van uitdrukkingen, die, schoon vreemd van den styl der Gewyde Schryveren, by de meeste Christenen in algemeen gebruik zyn, zullen ook de zodanigen hem niet kwalyk neemen, die andere gevoelens zyn toegedaan, en wel wenschten, dat men, in Stukken, waaromtrent de Reden ons niets leert, en welke wy enkel uit de Openbaaring moeten kennen, zich ook onthield van uitdrukkingen, welke die Openbaaring niet gebruikt, en dus zelfs den schyn vermydde van te willen gevoelen boven het gene geschreven is.
In No. 23 heeft de Schryver, daartoe, volgens zyne verklaaring, sterk aangezocht, in het licht gegeven zyn Advys, in de Nationaale Vergadering uitgebracht, nopens de zorg van den Staat voor den Godsdienst. In dit Advys, uitgebragt toen de ontwerpen der Staatsregeling der Commissie van 21, en van 7, in de eerste Nationaale Vergadering overwogen werden, handelt de Adviseur alleenlyk over de Vraag, of de Staat voor den Godsdienst moet zorgen, niet hoe zulks behoort te geschieden. Wy zouden hieruit wel iets bybrengen; maar,