eene bydraage tot het echt verstand der eigenlyke Euangelieleer, voorzeker een der beste wapenen tegen de smaadredenen van het Ongeloof, wil aangezien hebben. Nieuwe verklaaringen, die over het vyftiende Hoofddeel van den eersten Brief van Paulus aan de Korintheren veel meer licht verspreiden, hebben wy 'er niet in aangetroffen. Ook schynt de Schryver niet overal bekend geweest te zyn met den arbeid der nieuwste Uitleggeren, die hem hier en daar nog al van dienst zouden hebben kunnen weezen. Op den schryfstyl, die anders over 't geheel de verdienste van deftigheid en duidelykheid heeft, valt alleen aan te merken, dat dezelve wel van een aantal vreemde uitdrukkingen, waarin wy voor ons althans noch sieraad, noch nadruk kunnen vinden, had moogen gezuiverd worden. Of zou men voor remedie, passage, subtiliteit, declamatie, superstitie, caprice, collegie, collusie, post mortem, het consteert in facto, geen Nederduitsche woorden kunnen vinden, die 't bedoelde even goed, en voor elk verstaanbaar, uitdrukken?
De wyze van behandeling gedoogt niet, van den inhoud dezes Werks een meer byzonder uittrekzel te geeven. Wy zeggen nog maar alleen, dat de Eerw. bosveld, in de verklaaring van zaaken, zich zorgvuldig houdt aan 't voornaame onderwerp der redeneering van Paulus, in dit Hoofddeel, met daarlaating van alle byvoegsels van een anderen aart, die hier maar van ter zyde inkomen, en dat hy, ten nutte van mingeoefende Christenen, voor zoodanige uitweidingen over de vaste gronden, waarop men de waarheden van 't Euangelie gelooft, waartoe de verklaarde tekst van Paulus hier en daar aanleiding geeft, en voor de opgaave en overweeging van verschillende uitleggingen, telkens afzonderlyke Bylaagen geschikt heeft, die overal blyken van des Schryvers geoefend verstand, en meer dan gewoone kundigheden in dit slag van zaaken, aan den dag leggen.