uitgaan. Ook wierd de heftigheid der nu geneezene Ziekte beweezen, door het geheel uitvallen van het hoofdhair.
In Sprokkelmaand van 1790, wierd ik geraadpleegd over den toestand van een jongen Koopman, die, myns oordeels, volgens alle berichten, aan dezelfde Krankte ziek lag. Drie weeken lang was hy nu door een anderen Geneesheer, deels met zagte ontlastende, deels met de levenswerkingen aanzettende, middelen behandeld. Eene zorgelyke Zogverplaatzing myner Huisvrouwe, en de daar door by my ontstaane bekommering, welke my tot het onderneemen van eenigerhande bezigheid ongeschikt maakte, belette my toenmaals de zorge deezes Kranken op my te neemen; ik gaf hierom alleen een mondelingen raad, en prees het gebruik van het warme Bad ten sterksten aan. Doch de Geneesheer scheen geenerley vertrouwen op dit middel te hebben, en het wierd niet aangewend. Na verloop van veertien dagen weder in staat zynde myne zaaken buitenshuis waar te neemen, wierd ik op nieuws tot dien Lyder geroepen, omtrent wiens geneezing de Arts alle hoop had opgegeeven, en wiens toestand ik voorzeker ook allerbedenkelykst vond. Hy lag geheel en al zonder eenige bewustheid van zich zelven; de natuurlyke ontlastingen liepen hem af, zonder dat hy ergens van wist; by aanhoudenheid mompelde hy tusschen de tanden, in eene geduurige ylhoofdigheid; hy maakte allerley beweegingen met de handen, en pluisde steeds aan zyne bedlakens, enz. Teffens was de Pols zeer klein en snel, 'er waren aanhoudende opspringingen der peezen aanweezig, en de tong was glinsterend rood, zeer droog en zonder eenig beslag. Dikwyls openbaarde zich een drooge hoest, door welke meer of min schuimend bloed wierd opgegeeven. De Krankte had nu volle vyf weeken geduurd, ontlastende en prikkelende middelen waren in overvloed gebruikt, en men had nu inzonderheid een tydlang zyn toevlucht genoomen tot Wyn en Moschus in zeer ruime giften, doch alles te vergeefsch; zo dat niets dan een kort op handen zynde dood te wagten scheen.
Met dit alles stelde ik ook in deezen byna hoopeloozen toestand de warme Baden voor, in vertrouwen, dat, zo dezelve al niet in staat mogten zyn om in dit byna wanhoopig geval aan de verwagting te voldoen, dezelve ten minsten geenerley nadeel zouden kunnen veroorzaa-