Naaberigt.
medeburgers!
‘Uwe spoedige gebruikmaaking van de twee Afdeelingen, in welke ik u de Rede- en Schriftmaatige Bedenkingen, over de Instelling en het Einde van het Burgerlyk Bestuur; of, over de Pligten van Overheden en Onderzaaten, van den Eerw. foster mededeelde; heeft my op de gedagte gebragt, dat het Ul. niet ongevallig zou weezen, om van dien zelfden by my hooggeschatten Schryver, vertaald, te ontvangen, 't geen hy in 't eigenste Werk ons levert, Over de Pligten en Hoedanigheden der Bedienaaren van het Euangelie, en het voegelyk gedrag der Gemeenten omtrent hunne Leeraaren. Eene stoffe, niet min dan de thans afgewerkte naar tydsgelegenheid geschikt. - Mag ik hier over uwe gedagten weeten? Ik blyf, enz.