Men ziet deeze Toorens, of liever derzelver overblyfzels, nog werkelyk op alle Kaapen, en over 't algemeen op alle de Gebergten, langs de Kust van Asie, Natolie, Caramanie, Syrie, Galilaea, Samaria, Judaea, tot aan Jaffa; waar zy zich van de Zeekust beginnen te verwyderen, en op de toppen der Bergen tot aan Jerusalem voortloopen. Alle zyn ze zo gelegen, dat men van den eenen Tooren den anderen zien kan; en op deeze wyze konde men, door telkens herhaalde teekenen, al wat men goedvond aan het geheele Land bekend maaken.
De heilige helena, Moeder van Keizer constantyn, liet, zo als men verhaalt, by haare reize na Jerusalem, om het Kruis des Heeren te zoeken, deeze Toorens stichten; en wel met dat oogmerk, om haaren Zoon, zo dra zy dien heerlyken schat zou gevonden hebben, ten spoedigsten daarvan te verwittigen. Ook zou de Keizer in weinige uuren van zyne Moeder tyding ontvangen, en deswegen een groot Feest gehouden hebben.