De Pruik en de Das, Blyspel. Naar het Fransch van B. Picard, door Hendrik Ogelwight, Junior. Te Amsteldam, by P.J. Uylenbroek, 1797. In 8vo. 39 bl.
Een aartige scherts op de overdreven modezucht, byzonder op de blonde Pruiken, voor enigen tyd de algemene dragt der Parysche, Meisjes, waarmede zy haar natuurlyk schoon bedekten, en zichzelve vaak droevig misvormden. De titel, de Pruik en de Das, voegt intusschen, naar ons inzien, geheel voor dit stukje niet. De Pruik is het eigenlyke voorwerp van de scherts, en van de Das wordt niet dan even ter loops gesproken. Voor het overige mag dit Blyspel den naam van geestig en tevens leerzaam dragen. Dat het daarom, ook op onzen Nationalen Schouwburg, tot vernedering van alle modegekken, meermaal vertoond worde! ‘Mogten vooral (wy verenigen ons hier gaarne met den wensch des Vertalers) mogten vooral jonge Meisjes uit dit en soortgelyke Stukjes leren de mode niet in hare overdrevenheid te volgen, nimmer buiten haar' staat te gaan, en vooral nooit gehoor te verlenen aan die wezens, die zich mannen noemen, maar door hun gedrag tonen dien eernaam onwaardig te zyn.’