beslag kreeg, en het denkbeeld algemeen wierdt, dat de Kerk van jesus op geen anderen grondslag één en ondeelbaar zyn kan, dan op de volkomenste eenstemmigheid in gevoelens, eenstemmigheid, die wel een harssenschim mag genoemd worden: zodat, indien de Eénheid der Kerke op geen anderen grondslag kan gebouwd worden, men de gewenschte Vereeniging wel als hooploos mag stellen, tot aan het einde der waereld: te meer, alzo geene geloofswaarheid, zelf niet door de Remonstrantsche Broederschap nedergesteld, geschikt is om tot een punt van vereeniginge te dienen, indien men als eene volstrekte voorwaarde wil stellen, dat de vereenigende partyen het nopens derzelver beteekenis alvoorens eens moeten weezen. Maar welk is dan, volgens rogge, het punt van Vereeniginge? Dit, dat de Schriften des N.V. den eenigen regel van geloof en leeven vervatten, en dat ieder Christen, zyns verstands magtig, geregtigd en verpligt is, om dien regel voor zich zelven uit die Schriften op te maaken. ‘Dit punt (schryft rogge) tot een grondslag leggende, wordt daarop het gebouw der Vereeniging voltrokken. De Protestantsche Kerk erkent allen, die met haar in dezen grondregel instemmen, als leden der Kerk, en geeft aan allen dezelfde gelyke regten. Zy kent allen Leeraaren des Kristendoms het regt toe, om, waar zy geroepen worden, het Euangelium, volgends de uitspraken van hun hart, te verkondigen: zy kent allen leeken het regt toe, om, waar zy zulks verkiezen, belydenis van hun geloof af te leggen, en zich met den anderen in den maaltyd der liefde en des vredes, ter gedachtenis van den dood van Jesus, te vereenigen, zonder dat zy hierdoor aan eenig Genootschap zich byzonder verbinden; - zy kent allen het regt toe, om, zo als zy willen, als kind of als bejaarde, zich der Kerk te laten inlyven.’ Volgens rogge is deeze de eenige Vereeniging, welke Jesus kan gewild en bedoeld hebben,
en die hy ook met 'er daad heeft bedoeld; gelyk dan ook de Apostelen geene andere Vereeniging in de Kerk van Jesus getragt hebben in te voeren: terwyl, daarenboven, afzonderlyke Kerkelyke huishoudingen, onder de verschillend denkende Christenen, met dat beginsel geenzins onbestaanbaar zyn.
Zie daar het hoofdbeloop der bedenkingen, door den geagten Leeraar in zyn Geschrift voorgedraagen. De