Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1798
(1798)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 425]
| |
Algemeene Vaderlandsche Letter-oefeningen.Joseph in Leerredenen door P. van der Breggen Paauw en M. Stuart, Christenleeraars by de Remonstrantsch-Gereformeerden te Amsterdam. Iste Deel. Te Amsterdam, by J. Allart, 1798. In gr. 8vo. 323 bl.Met lof en aanpryzing gewaagden wy onlangs van het Leeven van joseph in Leerredenen, door den agtenswaardigen Hoornschen Kerkleeraar bernardus van markenGa naar voetnoot(*). 't Voldoet ons, dat wy, aan onze oordeelvelling, byval ontmoeten in de uitspraak van twee Mannen, beiden beroemd en geagt onder hun Genootschap, en van eenen der welken, om zyne Romeinsche Geschiedenissen, de welverdiende lof alomme verbreid is. In de Voorrede der thans aangekondigde Leerredenen ontmoeten wy een getuigenis; luidende, dat, indien hunnen Medebroeder recht wedervaare, zyn Werk nu reeds als een algemeen Huisboek is aangenomen. Niet vreemd was het dan, dat de verschyning der eerstgenoemde Leerredenen de Burgers van der breggen paauw en stuart deedt aarzelen en schier terug treeden, in hun besluit omtrent de uitgave hunner Opstellen. Eene zelfde bedenking, na genoeg, als wy in onze beoordeeling van van marken in 't midden bragten, deedt hen by hun besluit volharden: te weeten, de vermenigvuldiging van zedelyke gevolgen in eene zelfde Leerrede; waar door eene zelfde leering ligt herhaald wordt, en de voorgedraagene, om den overvloed der stoffe, zomtyds niet, naar gelange van het gewigt des onderwerps, met gepaste uitvoerigheid kunnen ontwikkeld worden. 't Is, onder anderen, om deeze reden, hoe zeer wy by ons oordeel, omtrent het algemeen nuttige van het Werk des Hoornschen Leeraars, volharden, dat wy den arbeid der twee | |
[pagina 426]
| |
Amsterdamsche Amptgenooten met genoegen hebben ontvangen, voor zo veel wy joseph's Geschiedenis altoos hebben aangemerkt als eene der belangrykste van den Bybel, overvloeiende van nutte leeringen, ter versterkinge van waare Godsvrugt en veele andere deugden en goede hoedanigheden. Van de dertig Leerredenen, door de Burgers van der breggen en stuart beurtelings uitgesproken, bevat de tegenwoordige Bondel het eerste Tiental. Eene beschouwing van het belangryke der Geschiedenis van joseph dient ter algemeene Inleidinge. De twee volgende schetzen het nadeel der eenzydige Kinderliefde, en een Tafereel van den Broederhaat. Eerste ontwikkeling van het plan van Gods Voorzienigheid - de schranderste Zondaar bedriegt zich zelf het meest - Aanwyzing der plichten van Dienstbaaren en Meesters - het aandenken aan God het eenige steunzel der deugd - God verlaat nimmer den ongelukkigen - Tafereel der Ondankbaarheid - het heilzaame van het luisteren naar goeden raad - deeze zyn de Opschriften der zeven volgende Leerredenen, op zo veele gebeurtenissen in joseph's leevensloop gebouwd. Wat de behandeling en uitvoering deezer Leerredenen betreft, van partydigheid zal niemand ons verdenken, indien wy dezelve onder de beste soort van Kanselredevoeringen rangschikken. Uitgebreide kunde, gezond oordeel, goeden smaak, bevallige welspreekendheid - die vereischten eener goede Leerrede, ontmoeten wy overal, daar dezelve voegzaam mogen verwagt worden. Gezonde Oordeelkunde straalt inzonderheid door, in de Verklaaring van deeze en geene betwiste voorvallen en byzonderheden, ten aanzien van welke, 't zy zo dat de Leeraars nu en dan van den gewoonen weg afwyken, doch waaromtrent telkens eene gepaste bescheidenheid, zo welstandig voor den beschaafden Kanselredenaar, wordt in agt genomen. In Opstellen, uit twee pennen gevloeid, moest natuurlyk verscheidenheid van styl verwagt worden; doch deeze gaat met zo veel gelykheids hier gepaard, dat de kiesche Leezer, by den overgang van de eene tot eene onmiddelyk volgende Leerrede, des weinig hinder zal gevoelen. Om alle welke redenen wy niet twyfelen, of met de zelfde graagte, waar mede men ons berigt dat deeze Redevoeringen gehoord zyn, zullen | |
[pagina 427]
| |
zy ook geleezen worden. Met dit algemeen verslag willen wy ons, voor 't tegenwoordige, vergenoegen; zullende wy niet in gebreke blyven, om, by de afgifte van een volgend Deel, eenige staalen ter proeve voor te draagen. |
|