tot onderzoek, verwerpen, aanneemen, bepaalen, byvoegen en besnoeijen, naar gelange zy zulks met het welzyn en den luister der Republiek gevoeglyk zullen oordeelen.
Het Nieuw Ontwerp bestaat uit 107 Artykelen, waar onder zeker zeer goede en omhelzenswaardige voorkomen; doch ook andere, die, zo veel wy zien kunnen, niet best zamenstemmen. By voorbeeld Art. 39 luidt: ‘'Er zal zorge gedraagen worden, dat de in dienst gebleeve Leeraars niet anders voor het Volk prediken dan eene zuivere Zedeleer, op de waare beginzelen van den Natuurlyken Godsdienst, en op de pligten van den Mensch en Burger, gegrond. Alle verschillen over de Leere des Geloofs moeten volstrektelyk van de openbaare Predikstoelen geweerd worden. Zo een Leeraar zich zo verre te buiten ging, dat hy, 't zy regelrecht of van ter zyde, door oproerige grondstellingen, de ongehoorzaamheid aan de wetten mogt prediken, zal hy zeer strengelyk, en zelfs, volgens de natuur der misdaad, met den dood gestraft worden.’ En Art. 42 leezen wy: ‘Het Onderwys van de Catechismus zal in alle schoolen verboden worden. Hetzelve is weezenlyk en by uitsluiting de plicht der Leeraaren, die hetzelve zo in de Kerk als in hunne huizen zullen geeven:’ en in het 47. ‘Het geheugen en verstand der jeugd zullen [in de schoolen] niet meer vergeefsch afgemat worden, door dezelve Psalmen, Gebeden, onverstaanbaare en boven haar bereik gaande Catechismus-Vraagen, van buiten te laaten leeren; die taak zal den Leeraaren overgelaaten worden.’
Zonderling en weinig bestemd klonk ons het 70 Art. ‘Aangezien geen straffe evenredig aan de misdaad van verraad is, zou het niet onvoegelyk zyn een prys uit te looven aan die scherpregters, welke nieuwe straffen zullen uitvinden voor die geenen, welke van hoogverraad jegens hunne Medeburgers, of jegens het Vaderland, aangeklaagd en overtuigd zullen worden.’
Overtollig en van geen beduidenis dagt ons het 92 Art. ‘Alle Gedenktekenen, welke het denkbeeld van eene Despotique, Aristocratische of Stadhouderlyke, Regeering zouden kunnen verlevendigen, zullen vernietigd worden. De naamen der straaten en gragten, welke daar toe eenige betrekking hebben, zullen veranderd worden.’